Zoeken in deze blog

donderdag 4 februari 2021

Vegetarisme / veganisme en een moreel vraagstuk

 


Moreel vraagstuk

Mensen kiezen voor een vegetarische of veganistische voedings- of leefwijze uit oogpunt van verschillende overwegingen. Behalve gezondheidsmotieven kunnen ook ethiek, religie en zorg om dierenwelzijn en het milieu een rol spelen. Deze leefwijzen worden ook wel ‘het vegetarische dieet en het veganistische dieet’ genoemd, maar ze zijn in principe geen echte diëten, maar eerder een filosofische overweging die een bepaalde leefwijze voorstaat. Vaak zijn die overwegingen idealistisch en gericht op liefde en respect voor dieren en dierenwelzijn. Of een vegetarische/veganistische leefwijze ook echt gezondheidsvoordelen opleveren is nog steeds een punt van discussie.

Doordat veel beoefenaars vaker hoger zijn opgeleid, een hogere sociaal-economische positie bezitten en ook een gezondere levensstijl volgen dan gemiddeld, is dat nog niet zo eenvoudig vast te stellen.

 

Leefstijl

Vegetariërs onthouden zich dikwijls ook van tabak, alcohol, koffie, drugs en suikerrijke producten, waarvan bekend is dat ze een negatieve invloed hebben op de gezondheid. Er is een onderzoek, waarin deze ‘verstorende’ factoren gecorrigeerd werd, waaruit bleek dat een vegetarisch voedingspatroon in minstens dezelfde mate als een niet-vegetarisch voedingspatroon in de nutriëntenbehoefte kan voorzien. De vegetariërs in het onderzoek zaten dichter bij de dagelijkse aanbevelingen voor een gezonde voeding dan degenen die niet-vegetarisch aten


Wat vind jij? Stelling:

Wanneer dat zo is, is het dan ook niet logisch dat een vegetarische / veganistische leefwijze in zou ‘moeten’ houden dat er ook met liefde en respect met de gehele natuur zou moeten worden omgegaan? Dat het dan alleen maar logisch zou zijn, dat zo iemand daarnaast ook (voornamelijk) biologisch (dynamisch) geteelde producten eet, tegen ongezonde bewerkingen van en nare toevoegingen in het voedsel is, maar vòòr de bijen en andere insecten is, Fairtrade producten koopt en tegen kinderarbeid en moderne slavernij in de land- en tuinbouw is?


Pffft, ‘t is wat

Het is klaarblijkelijk nog niet zo eenvoudig om moreel gezien de juiste keuzes te kunnen maken. Het is dus niet zo heel verwonderlijk dat veel vegetariërs en veganisten hoger opgeleid zijn en ook vaak hoger op de maatschappelijke ladder staan. Je zou er bij wijze van spreken een speciale opleiding voor moeten hebben moeten om het allemaal te kunnen bevatten en toe te passen. Toch klinkt het allemaal veel zwaarder dan het is. Je begint gewoon bij het begin en van lieverlee doe je telkens een stapje verder. Wanneer iedereen van de ene dag op de andere veganist of vegetariër zou worden en zou gaan leven volgens de hoogste morele principes, dan zou de wereldeconomie failliet gaan:

Video ‘What if The World Went Vegetarian?’

Bron afbeelding en verdere informatie: ARhus.be

 


woensdag 3 februari 2021

Het ketogeendieet, de oorspronkelijke en beste eetwijze voor mensen?



Bron afbeelding: Perfect Health.nl

Waarom zou een ketogeen-dieet een goed idee kunnen zijn?
Een ketogene leefstijl kan helpen om diabetes type 2 om te keren, insulineafhankelijkheid bij diabetes type 1 te verminderen en overgewicht te bestrijden. Daarnaast kan het helpen de hersenfuncties te verbeteren, zoals bij epilepsie, maar heeft ook goede resultaten bij Alzheimer, hersentumoren en andere vormen van kanker. Zie bijvoorbeeld Life-unlimited

De leefstijl houdt in dat je nauwelijks koolhydraten eet (maximaal 50 gram per dag). Als ketogene eter haal je je energie voornamelijk uit vetten (die consumeer je extra). Je eet veel vezelrijke, maar ‘suikerarme’ groenten en fruit, zuivel, eieren, vlees(vervangers) en vis(vervangers).

Koolhydraatarm, Low Carb dieet
Koolhydratenarm dus, want koolhydraten worden omgezet in glucose en daar zit bij velen het probleem. Normaal gesproken gebruikt je lichaam glucose als energie, maar het doel van een ketogene leefstijl is om die energie uit vet te halen en zo in ‘ketose’ te komen. Een ketogeendieet is echter niet hetzelfde als een koolhydraatarm-dieet. Terwijl met een koolhydraatarm-dieet dagelijks wel wat gesmokkeld kan worden, is dat bij een ketogeendieet niet zo. Bij een ketogeendieet ga je in ketose (hierover verderop meer) en extra koolhydraten heft die ketose-conditie weer op. Het duurt weer enige tijd voor iemand weer terug is in ketose. 

Koolhydraat = suiker?
Ja en nee. Vezels zijn ook koolhydraten, maar worden niet verteerd en dus ook niet in glucose omgezet. Glucose kennen we als suiker, maar zetmeel is ook glucose, 100% meer schadelijk dan sacharose (tafelsuiker, dit bestaat uit 50% glucose, zetmeel 100%). Glucose wordt in het lichaam als energie opgebruikt, of - in vooral de spiercellen - opgeslagen als glycogeen, dit is de staffelvoorraad voor later gebruik.

Insuline is voor glucoseopname en vetproductie
Door het eten van koolhydraten komt er insuline vrij in het bloed om de glucose te kunnen gebruiken als energie. Doordat je bij een ketogeen dieet nauwelijks (maximaal 50 gram per dag) koolhydraten binnen krijgt moet je lichaam andere energiebronnen aanspreken (nadat de glycogeen voorraad is opgemaakt). Deze energiebronnen zijn voornamelijk vetten en (een teveel aan) eiwitten.

Een goede manier om de vetreserves aan te spreken is dan ook lichaamsbeweging nog voor de eerste maaltijd van de dag. Cardio- en aerobische oefeningen zijn een goede lichaamsbeweging, maar om zo snel mogelijk de glycogeenvoorraad op te maken en de energie uit de vetreserves te gebruiken is het beter om de dag te beginnen met krachttraining, zoals met wat gewichten te stoeien, bijvoorbeeld met een kettlebell. Na pakweg 10 minuten stevig trainen is de glucosevoorraad in de glycogeenvorm opgebruikt en kan er worden overgegaan op de vetvertering. Zou je dit met stevig wandelen of fietsen willen doen, dan ben je al een half uur bezig, voordat de vetverbranding zou kunnen gaan beginnen.

Ketonen in plaats van glucose
Je hersenen geven de voorkeur aan glucose als energie, die kunnen eiwitten en vetten hier niet voor gebruiken. Gelukkig worden er bij de afbraak van vetten in de lever ketonen gevormd. De hersenen kunnen deze ketonen wel heel goed gebruiken als energieleverancier, ketonen hebben zelfs de voorkeur.

Ketose
Het omzetten van vet in ketonen is een proces dat ketose heet. Zodra je in ketose komt, schakelt je lichaam dus over op de vetverbranding (zowel vet uit je voeding als opgeslagen vetten in je lichaam). Ketonen komen vrij en je insulinespiegel daalt. Na verloop van tijd zal ook de insulineresistentie (ongevoeligheid voor insuline) afnemen, één van de hoofdoorzaken van diabetes type 2 en obesitas. Insuline is namelijk niet alleen noodzakelijk om glucose in de lichaamscellen te krijgen, maar wanneer er in de bloedbaan een teveel is aan glucose (verhoogde bloedsuikerspiegel), wordt de glucose onder invloed van de insuline in de vetcellen opgeslagen als vet. Dit is een noodzakelijk proces, want vrij-glucose werkt als een toxine in de bloedbaan en kan op termijn enorm grote schade aan het lichaam toebrengen.

Ketonendieet voor iedereen?
Helaas zijn er enkele contra-indicaties en is vooraf consultatie van de behandelende arts belangrijk. Bovendien is het volle ketogene dieet niet eenvoudig vol te houden, wat de reden is waarom dit ook niet als eerste wordt voorgeschreven bij diabetes en epilepsie, maar hebben medicijnen de voorkeur. Dit heeft dus vooral te maken met de therapietrouw van de patiënt. Slechts 1% van de diabetici blijken zich na 1 jaar nog aan het dieet te houden en moeten daardoor alsnog aan de medicijnen. Artsen kiezen er daarom voor iedereen, dus ook die 1% goedwillenden te medicaliseren…..



Ketonendieet voor die-hards?
Wanneer iemand echter geen watje is en er op een natuurlijke wijze tegenaan wilt gaan, dan is het ketogeendieet een goede mogelijkheid. Wees je er wel goed van bewust dat het aannemen van een ketogene leefstijl een grote verandering is. Het kan zijn dat je de eerste weken last krijgt van de zogenaamde ketogriep, met als mogelijke, slechts tijdelijke symptomen:
  • - Obstipatie (verstoppingen),
  • - Misselijkheid,
  • - Duizeligheid,
  • - Diarree,
  • - Vermoeidheid,
  • - Meer plassen,
  • - Algehele malaise.
De ketogriep heeft dus niets met een virus of zo te maken, het kan ontstaan doordat het lichaam overschakelt naar vetverbranding in plaats van het omzetten van koolhydraten in glucose. Hierdoor verandert de samenstelling van je bloed. Er is minder insuline, adrenaline en cortisol, daarnaast verandert de verhouding tussen natrium-kalium (een zoutvervanger met extra kalium kan dan wonderen doen). Lang niet iedereen zal hier evenveel last van ondervinden, het is vooral afhankelijk van iemands constitutie en hoe koolhydraatrijk iemand tevoren al at.

Ketonendieet voor beginners
Er zijn verschillende namen in omloop zoals keto, ketogeen en koolhydraatarm. Het verschil zit voornamelijk in het maximaal aantal koolhydraten dat je binnenkrijgt.

De volgende richtlijnen voor de avondmaaltijd:
  • - Maximaal 20 gram = ketogeen
  • - Maximaal 40 gram = koolhydraatbewust



Bron afbeelding: Kinderneurologie.eu

Het is belangrijk dat iedereen moet eten waar hij of zij zich prettig bij voelt. Iedereen bepaalt zelf de mate van koolhydraatinname. Wel houden we graag de aanbeveling aan om geen graanproducten, rijst of andere koolhydraatrijke producten te gebruiken.
Er zijn verschillende vormen van ketogeendieet, laat je dus eerst goed informeren door een deskundige, zie onder.

Een vegetarisch of veganistische leefwijze laat zich combineren met een ketogeendieet, maar dat maakt het er niet eenvoudiger op. Sterker nog, een vegetarische of veganistische leefwijze vraagt al om specifieke kennis om tekorten te voorkomen, doch wanneer dit gecombineerd wordt met het ketogeendieet compliceert dat het dieet en is goede informatie heel erg belangrijk.
 
Advies belangrijk
Het advies is om altijd eerst de hulp in te schakelen van een gespecialiseerde diëtist, wanneer je met een ketogene leefstijl wilt starten, bijvoorbeeld van Ekomenu en dat is diëtiste Annelies.

Uitgebreide informatie:

donderdag 28 januari 2021

Havermout, een goede start van de dag?


 Afbeelding: Kuechen Goetter.de


Havermout, een goede start van de dag?

Natuurlijk wel, maar niet dagelijks. Variatie is belangrijk, omdat je door telkens wat anders te eten een grotere kans hebt dat je door de week genomen veel verschillende belangrijke voedingsstoffen binnenkrijgt, maar ook een kleinere kans hebt dat je na verloop van tijd  voedselovergevoeligheid voor een bepaald product gaat ontwikkelen.

 

Havermoutsepap

In het artikel van Gezondheidsnet worden allerlei verschillende methoden genoemd voor havermoutsepap en andere graansoorten. Naast melk worden ook nog andere vloeistoffen genoemd, maar rijste- en bijvoorbeeld amandelmelk werden niet genoemd. Er wordt alleen over pap gesproken en hoe je dit telkens op een andere manier kan aankleden, maar je kunt havermout ook als basis van je eigen muesli gebruiken. Je kan daar ook nog andere granen bij doen, zoals speltvlokken. 


Ook werd niet vermeld dat het voor mensen met een glutenintolerantie belangrijk is om havermout te kiezen die absoluut glutenvrij is. Vervolgens is het aan te bevelen om voor de biologische variant te gaan, omdat er dan minder kans is op contaminatie met bestrijdingsmiddelen als bijvoorbeeld glyfosaat.

 

Havermout Muesli:

Het is het beste om de granen eerst een nacht te laten weken in een vloeistof, bijvoorbeeld water. Daar kun je dan ook bijvoorbeeld wat noten bij doen en/of tutti frutti (zwavelvrij) en gedroogde klapper/kokos schraapsel. Door het weken wordt het fytaat geneutraliseerd en zal de voedingswaarde in mineralen toe nemen. 


De avond tevoren doe je per persoon 40-50 gram havermout in een kom, 50 gram is een half theeglas of 7 à 8 eetlepels. Voeg zoveel vocht toe dat de havermout net onderstaat.

Als vocht kan je water, jus d’orange, soja-, amandel-, rijste-, kokos of havermelk gebruiken, maar ook ‘gewoon’ geiten-, paarden-, kamelen- en koemelk. Natuurlijk is ook biologische soja-, kokos, boeren-, of magere yoghurt te gebruiken, maar er is wel voldoende vocht nodig om te kunnen weken.

De kom zet je afgedekt op het aanrecht of in de zomer op een koel plek (in de koelkast kan de havermout alleen weken, maar het fytaat wordt niet of nauwelijks afgebroken). 


De volgende ochtend hoef je alleen nog wat geweekte noten en vers of geweekt gedroogd fruit toe te voegen. De noten en fruit kun je natuurlijk ook al direct toevoegen en het weekproces gelijk op te laten gaan met die van de havermout. Bedenk dan wel dat zachte noten minder tijd nodig hebben dan de harde. Cashewnoten bijvoorbeeld worden na een langere tijd week en zacht.


Kijk voor onder andere de fytaten in deze post .

 

Havermout als vleesvervanger

Vlees minderen is ‘in’. Het is gelukkig ook zeker niet noodzakelijk om dagelijks vlees te eten, maar wel is het belangrijk om dagelijks voldoende eiwitten binnen te krijgen. In havermout zit in elk geval ruim 13% eiwitten, bestaande uit 18 verschillende aminozuren en het bevat bovendien alle 9 essentiële aminozuren (compleet eiwit). Dit maakt haver geschikt als vleesvervanger, hoewel het geen vitamine B12 levert.  


Hoeveel eiwit heeft een mens nodig?

Drie maal daags zo’n 20 à 25 gram volwaardig eiwit is voldoende, dagelijks totaal circa 60 à 75 gram eiwit. Alles in één keer is niet erg handig, want ons spijsverteringsstelsel kan zo’n hoeveelheid niet aan, dus moet het in porties verdeeld worden. Vlees bestaat uit slechts een kwart aan eiwitten, vaak zelfs minder. 

Vlees, gevogelte, vis, eieren en zuivelproducten leveren volwaardige eiwitten, maar de hoeveelheid eiwit is voor de gemiddelde mens wel behoorlijk hoog. Een stuk vlees van 250 gram bevat al gauw 50 à 75 gram eiwit en dat is voor veel mensen teveel in één keer. Dit resulteert dikwijls in veel stinkende darmgassen en gasmasker-taferelen op het toilet.


Goede vleesvervangers zijn granen, noten, peulvruchten en paddenstoelen, maar dit zijn dan meestal geen volwaardige, complete eiwitten. Combinaties maken dat wel mogelijk, zoals granen met peulvruchten, denk aan bruine bonen met rijst, of een bruine boterham met pindakaas (pinda’s zijn peulvruchten). 


Het is echter nog niet zo heel eenvoudig om als vegetariër, en zeker niet als veganist of rauwkostariër, of fruitariër aan voldoende volwaardige eiwitten te komen. Rineke Dijkinga schreef hierover een uitgebreide blog.


Havermout is prima te gebruiken om zelf bijvoorbeeld vleesvrij à e burgers te maken. Kijk voor vleesvervangende recepten op deze site


Havermout gezond

Dat haver niet alleen voor paarden gezond is, is algemeen bekend. Het enige verschil tussen haver en havermout is de grootte van de korrel. Bij havermout is de korrel doormidden geknipt en zijn dus kleiner dan bij havervlokken. Beide benamingen worden vaak door elkaar gebruikt. 


Wat zijn onder andere de gezondheidsvoordelen? 

  • Extra energie en vitaliteit als energieleverancier en veel vitamines, mineralen en vezels;

  • Ondersteunt het metabolisme (Stofwisseling / anabolisme);

  • Het helpt bij de vetverbranding ; 

  • Het is cholesterol verlagend;

  • Het helpt bij de opbouw van de spieren;

  • Neutraliseert de bloedsuikergehalte, het helpt grote schommelingen te voorkomen;

  • Door de vezels kan het preventief tegen darmkanker werken;


Uitwendig gebruik als masker:

Uitwendig kan havermout helpen om een gezonde huid te krijgen, wanneer het bijvoorbeeld als masker wordt toegepast.

Zo'n schoonheidsmasker maak je gemakkelijk zelf. Gebruik daarvoor een half kopje havermout in een half kopje heet water en een kwart kopje honing. Doe dit mengsel in een blender en je hebt in een handomdraai een perfect gezichtsmasker om je huid grondig te reinigen. Een havermout masker voedt je huid en helpt dode huidcellen te verwijderen. Je huid wordt zodoende vitaler, gladder en mooier dan ooit. Zelfgemaakte gezichtsmaskers zijn puur natuur, spotgoedkoop én veilig.


Het helpt tegen jeuk, bijvoorbeeld bij waterpokken. 

Doe een flinke portie havermoutvlokken in een washandje. Bind het washandje dicht, maak het nat en wring het uit. De vloeistof die daardoor vrijkomt verzacht de vervelende symptomen van jeukende waterpokken en helpt vooral de jeuk te onderdrukken. Je kunt ook het mengsel van havermout rechtstreeks op de getroffen plaatsen aanbrengen of het dichtgeknoopte washandje in je badwater hangen.


Meer gezondheidsvoordelen

Juglen Zwaan schreef een artikel over de gezondheidsvoordelen van havermout en putte zich uit in bronvermeldingen. Het leek me niet nodig dat hier nog eens te herhalen en geef je daarom de pagina van die blog.


Havermout ongezond?

- Dat kan natuurlijk, zeker wanneer iemand een allergie heeft voor havermout, wat echter uiterst zelden voorkomt. 


- Ook havermout dat niet helemaal glutenvrij is, kan voor een coeliakiepatiënt problemen opleveren.  


- Een te grote hoeveelheid havermout met te weinig vloeistof, zeker de havervezels kunnen bij iemand die al last heeft van constipatie of verstoppingen voor (grote) darmproblemen zorgen. Heb je regelmatig last van verstoppingen, begin dan met kleine hoeveelheden (een eetlepel) en drink daar vooraf en daarna een glas water. Pas wanneer de stoelgang meer normaal verloopt, kun je wat meer havermout gaan eten, maar telkens wel met kleine beetjes (een eetlepel) tegelijk vermeerderen en goed monitoren.


- Havermout wordt vrijwel nooit ‘zo’ gegeten, het wordt eigenlijk altijd meer of minder aangekleed. Daar zit ‘m gelijk ook de kneep. Valkuilen zijn:

  • Het is lekker, waardoor de porties te groot worden

  • Er worden te veel suikerrijke producten aan toegevoegd

  • Minder gezonde toevoegingen, zoals niet-biologisch fruit, gezwaveld fruit, etc.


- Havermout van niet biologische origine kunnen sporen van kunstmest, onkruidverdelger en insecticiden bevatten.


maandag 25 januari 2021

Normaal gewicht en toch obees?

Bron afbeelding: Alles over voeding.nl

Normaal gewicht en toch obees?

Obesitas is een zeer slechte lichamelijke conditie, maar wist u dat er nogal wat mensen rondlopen met volgens het BMI een normaal gewicht en desondanks toch onder de categorie obesitas vallen?


Wat is obesitas

Obesitas wordt gedefinieerd als het hebben van een overmatige hoeveelheid lichaamsvet, niet als te zwaar voor je lengte en geslacht. Doordat bij een BMI boven de 30 dikwijls ook veel te veel lichaamsvet wordt vastgesteld, wordt de stelregel ‘BMI-30 = obesitas’ meestal gebruikt en een BMI boven de 35 wordt zelfs als precair beschouwd. Echter, nu blijken ook mensen met een normaal lichaamsgewicht, maar met een te hoog lichaamsvetpercentage, dezelfde risico’s te lopen als mensen met een BMI boven de 30. Dit wordt ‘obesitas met een normaal gewicht’ genoemd.


Obesitas met normaal gewicht

De mensen die aan ‘obesitas met een normaal gewicht’ lijden, lopen dezelfde (ernstige) gezondheidsrisico’s als mensen met een hoog BMI als gevolg van een te groot lichaamsvetpercentage. In de VS blijk bijvoorbeeld ongeveer de helft van de mensen met een normaal lichaamsgewicht over een te hoog lichaamsvetpercentage te beschikken. Het obesitas probleem in de VS, is daarmee nog heel veel ernstiger dan eerst werd aangenomen. Waarschijnlijk is dat in Westerse landen niet veel anders.


BMI

De formule genaamd body mass index (BMI) wordt gebruikt om te bepalen of u een gezond gewicht heeft voor uw lengte. Maar het BMI zegt niets over het lichaamsvet, sterker nog een bodybuilder kan een BMI hebben van boven de 30 en toch over slechts 20% ♂ of 25% lichaamsvet beschikken. Het kan dus zijn dat iemand een normale BMI heeft, terwijl het lichaamsvetpercentage hoog genoeg is om de gezondheidsrisico's te verhogen.


Onderzoekers proberen nog steeds te bepalen welk percentage lichaamsvet als zwaarlijvigheid telt als uw gewicht normaal is, en of de richtlijnen anders zouden moeten zijn, afhankelijk van uw leeftijd en geslacht.


Risico’s obesitas

Net als ‘obesitas’ kan ‘obesitas met een normaal gewicht’ iemands risico op ernstige gezondheidsproblemen verhogen, zoals:

  • Hart- en vaatziekte

  • Suikerziekte (chronisch verhoogde bloedsuikerspiegels, diabetes type II)

  • Hyperinsulinemie (ongevoeligheid voor insuline)

  • Abnormale cholesterol-samenstelling (hoog triglycerideniveau, maar een verlaagd niveau van HDL- cholesterol)

  • Essentiële hoge bloeddruk

  • Metaboolsyndroom, of syndroom X


Wanneer u zich zorgen maakt over uw lichaamsvetpercentage, neem dan eens contact op met uw behandelaar. Door het lichaamsvet te meten en door eventuele aanvullende tests te doen kan worden vastgesteld of u risico loopt op aan obesitas gerelateerde aandoeningen.


Uw behandelaar kan u ook aanmoedigen om gezonder te gaan eten en uw activiteitsniveau te verhogen. Behoudens een aantal medicijnen en enkele minder vaak voorkomende aandoeningen wordt een hoog vetpercentage dikwijls veroorzaakt door een te grote energie-inname, tegenover een verhoudingsgewijs te laag energie-verbruik.


Bron: MayoClinic.org


Winterdepressie, winterdip, of coronadepressie?


 Bron afbeelding: Pricewise.nl

Winterdepressie of winterdip?

Veel mensen klagen momenteel over depressiviteit. Uiteraard, door de corona-maatregelingen word je sowieso niet vrolijk, maar daarnaast zijn in de winter de dagen donker en kort en de nachten lang. Tijdens de winterperiode voelen de meeste mensen, van jong tot oud, zich minder fit dan in de lente, corona of niet. Dit wordt ook wel de ‘winterblues’ genoemd. Tijdens de winter moet je er daarom altijd extra op letten dat je regelmatig de buitenlucht opzoekt. Het beste is het om ’s morgens een stevig portie zonlicht op te doen, wanneer de kans zich voordoet tenminste. Is er geen of weinig zon, dan kan een daglichtlamp uitkomst bieden. Daarbij een dagelijkse portie lichaamsbeweging versterkt het dag- en nachtritme en maakt je veerkrachtiger tegen een winterdip.


Belangrijk is, om de boel in je hoofd niet erger te maken dan het is. Veel mensen die te weinig zonlicht krijgen, te weinig slapen, te weinig lichaamsbeweging hebben en te weinig verse buitenlucht inademen zullen zich niet optimaal voelen, maar zijn daardoor nog niet echt depressief. Er is dan ook een duidelijk verschil tussen een winterdip en winterdepressie.


Depressiviteit is een erkende psychische aandoening, vrij duidelijk gedefinieerd. Eén van de kenmerken van een winterdepressie is dat het zich tenminste twee achtereenvolgende jaren heeft voorgedaan. Een winterdip is een milde vorm van een winterdepressie waarbij vooral moeheid een rol speelt. Zodra je tijdens de herfst- en wintermaanden naast extreme vermoeidheid ook last hebt van ernstige somberheid en negatieve gedachten, dan zou je te maken kunnen hebben met een winterdepressie.


Kenmerken winterdepressie (pagina van Mentaalbeter.nl)

Een winterdepressie komt het vaakst voor bij volwassenen, maar ook kinderen en jongeren kunnen ermee te maken krijgen. Waar je als volwassene veel last kunt hebben van sombere gevoelens tijdens de wintermaanden, kunnen kinderen prikkelbaarder reageren. Verder kun je te maken hebben met verschillende kenmerken, zoals:


Somber en lusteloos

  • Neerslachtig en somber zijn;

  • Weinig tot niet meer kunnen genieten;

  • Minder behoefte hebben aan sociale contacten;

  • Jezelf soms afsluiten voor de buitenwereld;

  • Verlies van plezier of interesse ervaren in (bijna) alle activiteiten;

  • Te weinig energie hebben om de dagelijkse dingen te doen;

  • Last hebben van huilbuien;

  • Het gevoel hebben niet meer in balans te zijn;

  • Prikkelbaar zijn;

  • Veel zelfkritiek en weinig gevoel voor eigenwaarde hebben;

  • (Ernstig) sombere gedachten en gevoelens hebben.


Vermoeidheid en slaperigheid

  • (Extreme/toenemende) vermoeidheid, veel behoefte aan slaap, zelfs als je al meer dan normaal slaapt;

  • Veel slapen of slapeloosheid;

  • Een verschuiving van het dag- en nachtritme, waarbij je je steeds later op de dag ‘wakker’ voelt;

  • Concentratieproblemen.


Veranderende eetlust en gewicht

  • Veel eten of een gebrek aan eetlust;

  • Gewichtstoename of gewichtsverlies;

  • Toename van eetlust (koolhydraatrijk voedsel/snoep/alcohol).


Hoe zelf hier iets aan te doen?

Zoals gezegd, buitenlucht, beweging en veel licht, eventueel met een daglichtlamp. Houdt een vast dag- nachtritme aan en probeer een schema te maken met activiteiten, taakjes die je jezelf oplegt om te gaan doen.


  • Natuurlijke en doeltreffende middeltjes tegen de winterblues zijn: Vitamine D en omega-3.

  • Melatonine versterkt het dag-nachtritme dat bij veel mensen verstoord is.

  • Als kruiden kunnen bijvoorbeeld saffraan, sint-janskruid en kamille werkzaam zijn, maar kijk uit met medicatie van de dokter, want dat is lang niet altijd goed met elkaar te combineren.


Ontstaat er geen verbetering of het lijkt zelfs wel erger te worden, maak dan eens een afspraak bij een homeopaat bij u in de buurt. Heel dikwijls kan u geholpen worden, zonder dat er direct naar de farmaceutische medicijnpot gegrepen moet worden.


Kiwi bij het ontbijt is niet alleen lekker

 



Kiwi bij het ontbijt is niet alleen lekker

Kiwi is een van de meest vindingrijke fruitsoorten, ze zijn rijk aan vitamine C, vitamine E, vitamine B6, foliumzuur, kalium en vezels.

 

De kiwivezels zijn water oplosbaar en zwellen enorm op wanneer ze water opnemen. Volgens wetenschappers dankt kiwi zijn laxerend effect aan zijn inwerking op de textuur van de stoelgang. Eten van kiwi's verhoogt de frequentie en het volume van de ontlasting.

 

Studies hebben aangetoond dat kiwi's niet alleen een laxerende werking hebben maar ook het onaangename, opgeblazen gevoel kunnen verminderen. Dat is zo omdat ze actinidine bevatten, dit is een uniek, natuurlijk spijsverteringsenzym dat de vertering van eiwitten (bv. In vlees- en zuivelproducten) kan bevorderen.

 

  • Kiwi’s zijn echter niet aan te bevelen voor mensen met maag- en darmproblemen, zoals prikkelbare darmsyndroom en bijvoorbeeld de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa.

 

Kiwi’s kunnen bijdragen aan de algemene gezondheid:

  • Met hun hoge kaliumgehalte ondersteunen kiwi’s de gezondheid van het hart en helpt het om de bloeddruk gezond te houden.

  • De antioxidanten beschermen de lichaamscellen tegen oxidatieve stress en de serotonine in kiwi’s dragen bij aan de duur en kwaliteit van je slaap. Serotonine is de voorloper van melatonine, het zogenaamde slaaphormoon..

  • Kiwi’s ondersteunen de gezondheid van de ogen door de verschillende stoffen die ze bevatten.

  • Kiwi’s dragen bij aan een jeugdige uitstraling van de huid.

  • Door de aanwezigheid van foliumzuur en vitamine B6 dragen kiwi’s bij aan de gezondheid van het ongeboren kind.

Zoete aardappel, hoe gezond is dat?

Zoete aardappel, hoe gezond is dat?

Bron afbeelding: cynspirerend.nl


Zoete aardappel, hoe gezond is dat?

Bataat staat bekend als een zoete aardappel en dat is niet voor niets. De toepassingen zijn vrijwel dezelfde als een gewone aardappel, maar het gerecht smaakt zoet en daar moet je dan wel van houden.

Verschillende gezonde nutriënten zitten vooral in de schil, dus schillen zal de voedingswaarde verlagen. Ook de bereidingsmethode en gebruikte olie en andere vetten zal invloed uitoefenen op de gezondheidsvoordelen.

Gezond is dus anders dan lekker…….


Wat zit er in?

De zoete aardappel bevat vitamines uit de B familie (vit. B1, B2, B3, B4 (choline), B5, B6 en foliumzuur), vitamine C en wat vitamine E. Ook bevat het bètacaroteen, een complexe vitamine A. Bètacaroteen wordt omgezet in vitamine A (retinol), maar dat kost extra energie. Is er in de maaltijd ook vitamine A uit dierlijke producten, dan zal dat de voorkeur krijgen en verdwijnt de bètacaroteen in het toilet.

Het bevat de mineralen koper, calcium, kalium, ijzer, natrium, mangaan, selenium, zink, jodium en fosfor.

Daarnaast is het vezelrijk, met onder andere inuline.

In de schil zitten antioxidanten die gezondheidsvoordelen opleveren, zoals chlorogeenzuur. Ook flavonoïden als anthocyanen werken als prebioticum.


Verschil met aardappels

De bataat wordt ook wel de zoete aardappel genoemd, vreemd eigenlijk. De aardappel is een knol en een nachtschade (plantenfamilie), terwijl de bataat een is wortel van een winde (een andere plantenfamilie). Beide bevatten zetmeel, maar de aardappel in de vorm van glucose en de bataat als fructose. Dit laatste is een voordeel voor mensen met een chronisch verhoogde bloedsuikerspiegel, zoals diabetici. 


Nadeel

Fructaan is het zetmeel dat uit fructose bestaat en heeft naast een voordeel ook nadelen, want het zetmeel fructaan (inuline) wordt moeilijker verteerd. We hebben van onszelf geen spijsverteringsenzymen om fructaan af te breken, zodat dit pas in de dikke darm door bacteriën gebeurt. Een suiker dat in bataat voorkomt is raffinose en ook dat kan de mens niet verteren en wordt ook door de dikke darmbacteriën overgenomen. Tijdens de vertering van de fructaan / inuline en raffinose worden er door de bacteriën afvalstoffen als kooldioxide, methaan en waterstofgas geproduceerd, gepaard gaande aan stevige winderigheid met soms krampen en pijn tot gevolg en vooral dat laatste kan als een groot nadeel worden ervaren. 

Een groot voordeel is echter dan weer wel dat inuline een prebioticum is dat de aanwas van goede dikke darmbacteriën bevordert, alsmede de productie van het zogenaamde boterzuur (butaanzuur) en daarmee de algemene gezondheid en weerstand.


Een ander nadeel is dat de bataat de vertering van eiwitten in de weg staat. We hebben daar het alvleesklierenzym trypsinogeen voor nodig, dat in de dunne darm geactiveerd wordt tot het benodigde actieve enzym trypsine. Deze activatie wordt door de bataat echter verhinderd en dat kan een nadeel zijn bij eiwitrijk voedsel.


Hoe gezond is een bataat dus?

In elk geval niet ongezond en de invloed op de bloedsuikerspiegel is gering wat een voordeel is. De bataat bevat gezonde voedingsstoffen als vitaminen en mineralen, bevat vezels en antioxidanten, dus in dat opzicht is het een goede aanvulling in je dieet. Er zijn geen allergische reacties bekend, noch lokt het een histamine-reactie uit, dus ook wat dat betreft zit je goed. Heb je echter last van een prikkelbaar darmsyndroom of andere darmaandoeningen, dan is het uitkijken geblazen. Bataat is een FODMaP-rijk product.


zondag 24 januari 2021

Daar is niks meer goed nie


 Afbeelding via Plakker.nl


Daar is niks meer goed nie

Wat zullen we gaan eten? Oké, geen oxalaten, fytinezuur, sopanines, solanine, slechte vetten, gluten, zuivel, cellulose, koolhydraten, geen ‘niet-biologisch’ en nog veel meer wat volgens sommigen niet mag. Als je echter alles afstreept, dan blijft er maar bitter weinig meer over van wat je dan nog wel kan eten, want er zit altijd wel iets in 'wat niet zou mogen'.

Maar is dat zo?

Voedingswetenschap is een mooi ding en heeft al heel veel goeds voor de mens betekent, maar kan ook misbruikt worden. Nogal wat zelfverklaarde voedingsdeskundigen maken best veel mensen helemaal gek met, wellicht zeer goed bedoelde weetjes en feiten. Veel van wat er beweerd wordt is in essentie wel waar, maar geldt alleen onder bepaalde omstandigheden en lang niet voor iedereen. Een aantal zogenaamde gevaren zijn bijvoorbeeld volledig gerelateerd aan de een of andere metabolische aandoening. Die zijn vrij zeldzaam, genetisch bepaald en dus altijd aangeboren. Dus laat je niet onnodig bang maken, er is namelijk een groot verschil tussen een bedreiging en gevaar. Als voorbeeld, een leeuw in je tuin is een gevaar, maar in de dierentuin hooguit een bedreiging, want theoretisch gesproken kan het hek openstaan 😉. 

Hier onder enkele voorbeelden.


Gluten

Nogal wat mensen vermijden gluten, omdat ze zich daar veel beter bij voelen. Daarmee is echter niet gezegd dat ze ook echt een glutenintollerantie (coeliakie) hebben, maar meer waarschijnlijk een probleem met de omzetting van veel zetmeel in eens. Granen zijn zetmeelbommetjes en daar heeft ons spijsverteringssysteem speciale enzymen voor en vrijwel iedereen maakt die gewoonlijk wel aan. Het kan echter wel zo zijn dat de een dit gemakkelijker en in grotere hoeveelheden aanmaakt dan de ander. Dit kan veroorzaken dat de een net zoveel brood of andere graanproducten kan eten als die wil zonder er ooit last van te krijgen, terwijl de ander daar al na één of twee sneetjes brood last door krijgt. Het zetmeel wordt dan onvolledig verteerd en daar hebben darmbacteriën een ware feestmaal aan. Ze vreten zich er vol aan en poepen vervolgens darmgassen als waterstofgas, kooldioxide, methaangas en zelfs wat alcohol uit. Daar kunnen ook endotoxinen bij vrijkomen die de darmwand irriteren, waardoor er winderigheid, kramp en pijn kan ontstaan, diarree en afgewisseld met verstoppingen.

Naast gluten zitten er in granen nog wel wat meer eiwitten en ook daar kan iemand gevoelig op reageren (allergische reactie of overgevoeligheid). Ook glyfosaat en andere bestrijdingsmiddelen kunnen een probleem veroorzaken, de een reageert hier veel gevoeliger op, dan de ander.

Glutenintollerantie is echter een enzymprobleem, genetisch bepaald en dus aangeboren. Glutenintollerantie kan zich in gradaties voordoen, lang niet iedereen is voor 100% glutenintollerant. Dit betekent dat er mensen zijn die absoluut geen gluten kunnen (mogen) binnenkrijgen en er zijn mensen die uit moeten kijken hoeveel gluten ze consumeren, bij de een is dat niets tot heel weinig, bij de ander blijkt het mee te vallen en kan er goed verdeeld over de dag wel iets van genomen worden. De vraag is alleen waarom je dat zou doen.


Zuivel

Velen gebruiken geen zuivel omdat ze daar last van krijgen. Dikwijls is dat het gevolg van het melksuiker die door hen niet of vooral onvoldoende verteerd wordt. Wanneer dat het geval is, dan is er gewoonlijk geen probleem met kaas, 48-uurs yoghurt, kwark en heel jonge kaas als Hüttenkäse. Anderen hebben juist een probleem met de melkeiwitten en dan vooral de caseïne. Voor hen zijn kaas en kwarkproducten niet geschikt, omdat daar verhoudingsgewijs veel caseïne inzit. 

Er is ook veel verschil in het type caseïne. In Europese koemelk is het aandeel bèta-caseïne type A1 erg groot en daar hebben nogal wat mensen last van, de ene wat meer dan de andere. Geitenmelk bevat nauwelijks bèta-caseïne type A1 en ook wat minder melksuiker, waardoor het voor velen gemakkelijker te verteren is dan koemelk.

Het aantal mensen dat zuivel principieel niet gebruikt is groeiende, want dat houdt de veestapel kunstmatig in stand en het is uiteraard vreemd dat de mens als enig ‘dier’ na de zoogtijd nog steeds melk drinkt. Datzelfde kan ook gezegd worden van eieren, er is een ongelofelijk aantal kippen nodig om aan de dagelijkse behoefte aan eieren te kunnen voldoen.


Fytaat

Afwisseling in je voedselproducten is sowieso belangrijk. In plaats van te kijken naar wat voor engs er in je voedsel kan zitten, kun je ook eens kijken naar wat er wel inzit. Zo kun je bijvoorbeeld wel alle voedingsmiddelen uit je dieet schrappen die fytinezuur bevatten, maar dan loop je ook veel gunstige voedingsstoffen mis. Walnoten bevatten bijvoorbeeld flink wat fytinezuur, maar daarnaast ook goede stoffen zoals omega 3, eiwitten, vezels en antioxidanten. Bovendien blijkt fytinezuur ook in staat om bepaalde toxines uit de darmen te halen en werkt het bovendien ook nog als een antioxidant.

Fytinezuur is te neutraliseren, dat doet de natuur zelf door fytase. Je weekt bijvoorbeeld in water op kamertemperatuur de fytinerijke producten zoals noten, bonen of andere kiemproducten en gooit daarna het water weg. Tijdens het weken komt er fytase vrij en dat neutraliseert het fytaat en is dan onwerkzaam geworden. De weektijd verschilt per product en is wat afhankelijk van de hardheid ervan (variërend van 12 uur tot enkele uren). Een paranoot bijvoorbeeld  moet heel veel langer weken dan een cashewnoot, peulvruchten zitten daar qua tijd wat tussen in.

Granen zijn ook kiemproducten en bevatten dus ook fytaat. Wanneer er in het deeg gist wordt gebruikt, dan zal het gist de werking van fytaat neutraliseren. Het is maar een weetje 😉.


Cellulose

Dat zijn de niet wateroplosbare vezels waar sommigen last van kunnen hebben, want daar is een enzym cellulase genoemd voor nodig. Cellulase maken wij niet aan, geen enkel zoogdier overigens, alleen bacteriën zijn daar goed in. Zelfs insecten als bijvoorbeeld termieten en wespen maken niet zelf de cellulase aan, maar bacteriën in hun mondslijm doen dat. Bij de meeste zoogdieren zijn het de dikke darmbacteriën die dat doen en helaas zit dat bij nogal wat mensen niet helemaal goed. 

Antibioticakuren, gebruik van heel veel knoflook, colloïdaal (nano) zilver, maar ook verkeerde eetgewoontes en darmpathologieën kunnen bijvoorbeeld de oorzaak zijn van een darmbiose die uit balans is. Regelmatig gebruiken van resistent zetmeel (koud opgelost aardappelzetmeel in een glas water drinken (ook daarna niet verwarmen dus), koude rijst, koude aardappel, groene banaan) kan daarbij helpen. Resistent zetmeel wordt slecht verteerd en is voer voor bepaalde dikke darmbacteriën die hier onder andere boterzuur van produceren, belangrijk onderdeel van glutathion. Sommige van die darmbacteriën maken ook wat cellulase aan en zelfs wat vitamine C, maar vooral enkele belangrijke vitamines uit de B-familie en vitamine K. Iemand die problemen heeft met cellulase zou dus zomaar aan een minder goede darmbiose kunnen leiden. Prebiotica en resistent zetmeel kunnen daarbij goede diensten bewijzen.


Oxalaten

Oxaalzuur komt in veel groene bladgroenten voor en een klein beetje oxaalzuur is niet erg, tenminste als je een gezond lichaam hebt.  Houd dus de consumptie van oxalaten wel binnen de perken en varieer je voeding zoveel als mogelijk!

Een bescheiden hoeveelheid wordt gewoonlijk tijdens de spijsvertering afgebroken en via de urine geloosd, maar heeft daar wel vitamine C bij nodig. De negatieve kant van oxaalzuur is, dat het zich bindt met kalk en zo wat kalk (calcium) onttrekt aan het lichaam, waardoor het onder andere nier- en galstenen kan veroorzaken.

Vooral spinazie en rabarber bevatten veel oxaalzuur. Andere producten met veel oxaalzuur zijn: bieten, noten, chocola (cacao), peterselie, zwarte - en vruchtenthee, ijsthee, boerenkool, knolselderij, pastinaak, postelein, zuring en cola. Daarom is het aan te raden om bijvoorbeeld rabarber en spinazie die nogal rijk aan oxaalzuur zijn, altijd samen met een melkproduct (rabarber met yoghurt / spinazie à la crème) te eten of om wat krijt mee te koken. En zorg daarnaast voor wat extra vitamine C in je voeding of gebruik een vitamine C-supplement.


Afwisseling

Afwisseling is dus erg belangrijk. Niet elke dag hetzelfde eten, dus niet dagelijks graanproducten als brood, pasta',s, pizza, koek, taart, maar ook niet elke dag rijst of aardappelen. Varieer in je menu en probeer elke dag in de week wat anders te eten. Doe dat ook met de groenten en het fruit, zelfs tijdens de dag. De dag beginnen met brood, tussen de middag brood en 's avonds pasta of pizza is voor veel mensen, zeker op de langere duur niet goed. Velen zullen dit echter al direct als een probleem ervaren en krijgen last van een opgezette buik na het eten, een moeilijke stoelgang en last van oprispingen met maagzuur.

Wat kan helpen is op vaste dagen in de week voor een bepaald hoofdproduct te kiezen, zoals bijvoorbeeld op maandag graanproducten of chili con /  san carne met rauwkost, op dinsdag zoete aardappel (bataat) met groenten, op woensdag aardappel, pastinaak of tuinbonen met van allerlei, op donderdag rijst met van allerlei, op vrijdag vis met groenten, op zaterdag groenten met (vlees of oesterzwam)shoarma met rauwkost en op zondag gadogado zonder rijst maar bijvoorbeeld met kikkererwten, bloemkool- /  broccolirijst. Het is maar een idee, iedereen kan naar eigen voorkeur zo'n week menu bedenken. Voor het ontbijt en de lunche kan hetzelfde worden gedaan, er is veel meer dan alleen brood.....