Vaccinatie nutteloos?

 

 Vaccinatie nutteloos?

 

Bron afbeelding

Waarom bijvoorbeeld een mazelenuitbraak?

(dit kan ook bij griep of elke andere besmetting)

Wereldwijd waren er onlangs uitbraken van de mazelen waarbij nogal wat zieken en doden te betreuren waren. Het leed en de ellende was uiteraard voor de slachtoffers niet te overzien en velen keken met een scheef oog naar de anti-vaxxers. Direct werden er maatregelen genomen bij de kinderopvang, de politiek ging zich er tegenaan bemoeien en er werden allerlei constructies bedacht om de vaccinatiegraad meer naar het gewenste niveau te brengen. Paniekvoetbal, ondoordacht en de werkelijke feiten niet lezen of begrijpen, want in de meest getroffen gebieden bleek die dekkingsgraad juist heel hoog. Nog vreemder is het dat dikwijls de getroffenen juist wel ingeënt waren tegen de mazelen en desondanks door de mazelen werden geveld. Sterker nog, in Samoa bijvoorbeeld was er voor de inenting tegen mazelen geen mazelen-slachtoffer bekend, maar na het inenten wel en alle slachtoffers, waar velen van overleden, waren ingeënt.

 

Hoe kan dit?

Er kunnen een aantal zaken gaande zijn. Even korte uitleg over de functie van het immuunsysteem hierin.

Ons lichaam kent een heel gevarieerd immuunsysteem, waarbij het de bedoeling is om ongeregeldheden te kunnen ontdekken en door neutralisatie of volledig te elimineren de lichaamsvreemde stof ongevaarlijk te maken. Een lichaamsvreemde stof wordt een antigeen genoemd, hier vallen ook virussen en bacteriën onder. Elk antigeen, ook een virus, heeft specifieke kenmerken, we noemen het hier voor de beeldvorming een barcode. Deze barcode gebruiken specifieke immunoglobulines (B-lymfocyten of B-cellen) om een antistof of antilichaam te kunnen creëren, die uitsluitend dat specifieke antigeen zoekt.

 

Dat is dus een gespecialiseerde B-cel, in dit voorbeeld alleen geschikt om de ‘barcode’ van dit specifieke mazelenvirus te kunnen ontdekken.

Werking

De onbewuste besmetting met een levend virus, of de bewuste besmetting met een vaccinatie zorgt ervoor dat het immuunsysteem de unieke barcode van dat virus ‘oppikt’. Op het moment dat die B-cel de mazelenvirus heeft gevonden, verandert de B-cel onder invloed van een T-helpercel in een B-plasmacel ook wel een B-geheugencel genoemd. Deze B-plasmacel is zeer specifiek voor die ene unieke barcode van dat ene specifieke mazelenvirus en wanneer dit virus ergens in het lichaamssysteem opduikt (besmetting) zal het worden aangevallen en geëlimineerd.

 

Een uiterst gespecialiseerde B-plasmacel, uitsluitend in staat om dat specifieke mazelenvirus te kunnen elimineren

 

Foutje, bedankt

Dit betekent dus dat wanneer er een mazelenvirus rondwaart met een afwijkende barcode (bijvoorbeeld doordat het virus anders is gevormd, bijvoorbeeld door mutatie), dan zal het immuunsysteem (de B-plasmacel) het niet herkennen en zal de besmetting de gelegenheid krijgen zich uit te breiden en de besmette persoon wordt ziek. Het hele verhaal begint voor deze besmette persoon opnieuw, want na ontdekking door de B-cellen van het nieuwe antigeen (de mazelenvirus met een afwijkende barcode) zal er eerst een B-plasmacel moeten worden gecreëerd en vervolgens een antistof en daarna kan er actief naar dit nieuwe antigeen op zoek worden gegaan om ze te kunnen aanvallen en elimineren. Dat heeft tijd nodig, zo’n twee weken en dat kan dan in een aantal gevallen fataal zijn.

 

Aantal mogelijkheden:

· Geen antistoffen.

Het lichaam maakte na de vaccinatie geen specifieke B-plasmacellen aan. Daar kunnen allerlei oorzaken aan ten grondslag liggen, maar het wordt in elk geval nooit gecontroleerd.

· Verkeerde antistoffen

Het virus is afwijkend van het originele virus geworden, bijvoorbeeld als gevolg van mutatie.

· Verkeerd vaccin

Het vaccin bevat een verkeerd inert mazelenvirus, waardoor de specifieke B-plasmacel het niet herkent. De reactanten die moeten helpen om het inerte virus te kunnen opsporen zijn te weinig allergeen, zodat de B-cellen het inerte virus niet kunnen waarnemen (een grote(re) hoeveelheid B-cellen zouden dat wel kunnen, dat is dan ook de functie van de reactant, die trekken heel veel B-cellen aan waardoor de ontdekkingskans van het virus vele malen groter wordt).

· Inerte antistoffen

De B-plasmacellen raken na enige tijd hun functie kwijt, waardoor de bescherming wegvalt en het vaccin is dan weer opnieuw nodig om preventief B-plasmacellen aan te kunnen maken.

 

Immuun? Aan m’n hoela

Er heerst een totaal verkeerd idee over wat een vaccinatie doet. Vaak wordt verondersteld dat iemand na vaccinatie immuun is voor hetgeen waartegen de vaccinatie is gericht, bijvoorbeeld mazelen of de griep. Wanneer je de hierboven beschreven werking van het immuunsysteem na een besmetting of vaccinatie begreep, dan is immuniteit erg onlogisch, die bestaat niet. Wat er wel gebeurt is, na vaccinatie of eerder doorgemaakte besmetting met het juiste virus of antigeen zal iemand niet of nauwelijks meer ziek worden. Het immuunsysteem (de B-plasmacellen) zal in zeer korte tijd het antigeen met de bewuste barcode ontdekken en onmiddellijk overgaan tot neutralisatie ervan. Hierdoor zijn de bijkomende symptomen van de besmetting wegblijven of zeer gering zijn.

 

Wat betekent dit?

Dit houdt in dat wanneer er bijvoorbeeld een mazelenepidemie rondwaart, iedereen, ook gevaccineerden, met dit virus in aanraking kan komen en besmet kan raken. Op het moment van in aanraking komen met een antigeen is er risico van contaminatie, zodat elke besmette persoon, ook de gevaccineerde, het virus aan anderen kan doorgeven. Echter degenen die al eens eerder besmet zijn geweest met dit zelfde antigeen, dus ook de gevaccineerden, zal eerder virusvrij zijn, omdat het virus al in de kiem gesmoord wordt en geneutraliseerd zal zijn. Het zijn van een besmettingsbron is dan veel korter van duur dan niet-gevaccineerden en niet eerder besmette personen.

 

Schijnveiligheid

Dit is best link, want het idee dat vaccinatie ervoor zou zorgen dat bijvoorbeeld het mazelenvirus of het griepvirus niet doorgegeven kan worden, kan zorgen voor onbewuste besmetting van de omgeving. Dus gevaccineerde ziekenverzorgers, leerkrachten, maar ook de dames en heren van de kinderopvang en de kinderen in een groep kunnen, al is het maar tijdelijk, een besmettingsbron voor elkaar zijn. Bedenk wel, steeds weer, want hoewel het virus in het lichaam opgeruimd is, kan het via bijvoorbeeld de handen nog steeds aan elkaar worden doorgegeven.

 

Bedreiging of gevaar?

Besmette, niet gevaccineerden en ook niet eerder besmette personen zijn een gevaar voor niet gevaccineerden en niet eerder besmette personen.

Besmette, niet gevaccineerden vormen een geringe bedreiging voor wel gevaccineerden.

Besmette, niet gevaccineerden maar wel eerder besmette personen vormen geen gevaar, maar een geringe bedreiging voor gevaccineerden en niet gevaccineerden.

Besmette gevaccineerden vormen een lichte bedreiging voor gevaccineerden, niet gevaccineerden en een zeer lichte bedreiging voor niet gevaccineerden, maar wel al eerder besmette personen.

 

Ergo, gevaccineerden kunnen een groter gevaar opleveren voor niet-gevaccineerden, dan niet-gevaccineerden voor de wel-gevaccineerden!

Toch ziek

Wanneer gevaccineerden tegen de mazelen, de griep of welke allergeen dan ook toch ziek worden door besmette personen en niet-gevaccineerden, dan is er iets aan de hand met het vaccin, of met de persoon, want die heeft dan geen antistoffen aangemaakt of de antistoffen zijn onwerkzaam geworden.