Zoeken in deze blog

maandag 17 februari 2020

Vaak ziek, griep, verkouden, diabetes, cancereuse processen? Wellicht ligt dat aan uw celmembranen.


Voeding en gezondheid
Het lijkt vreemd dat mensen die er alles aan doen om echt gezond te eten en te leven, desondanks allerlei kwalen ontwikkelen. Zelfs het slikken van supplementen met vitaminen en mineralen lijkt niet altijd voldoende te werken. Ook vitamine C wordt ruim gebruikt, maar desondanks lijkt het allemaal weinig of niets te helpen. Hoe kan dat?

Er zijn behalve de ‘juiste’ genen vijf pijlers waar onze gezondheid op berust, namelijk:
  1. een gezonde slaap, 
  2. een gezonde ademhaling, 
  3. het gezond eten en drinken, 
  4. een gezond sociaal leven en daarbij juist met stress en emoties omgaan en 
  5. het gezond bewegen.

Niet elk onderdeel wordt in deze blog besproken, maar wel in het kort wat 'gezond' of beter 'het juiste' voedsel betekent. Daarna komt meer uitgebreid het uiterst grote belang van een goede conditie van onze celmembranen aan bod om gezond te kunnen worden en te blijven en natuurlijk vooral ook hoe de conditie van de celmembranen te herstellen.

Gezond voedsel of het juiste voedsel?
Het juiste voedsel en gezond voedsel zijn twee verschillende grootheden. Terwijl voor iedereen het juiste voedsel van groot belang is, is ‘dat juiste voedsel’ niet voor iedereen gezond.

Gezond voedsel?
Gezond voedsel is op zichzelf een vreemde definitie, want wat gezond is voor de een, kan uiterst ongezond zijn voor de ander. 
  • Pinda’s zijn voor velen een goede manier om samen met graanproducten aan de zo noodzakelijke, volledige eiwitten te kunnen komen, alle essentiële aminozuren zijn in deze combinatie vertegenwoordigd en het zit boordevol andere belangrijke nutriënten.Toch, wanneer er niet adequaat en acuut wordt ingegrepen, zal iemand met een pinda-allergie hieraan kunnen komen te overlijden. 
  • Een ander minder ingrijpend voorbeeld: Het veel geroemde spinazie kan weliswaar voor velen een gezonde groente zijn, maar iemand die herstellende is van een botbreuk kan daar beter even van afblijven.
Allergie, voedselgevoeligheid, intoleranties en in hoeverre het door onze genen bepaald enzymsysteem functioneert, kunnen een grote rol spelen in welk voedsel gezond of juist ongezond is voor iemand; maar dus ook hoe de lichamelijke en/of geestelijke conditie is van iemand. Het zogenaamde DNA-dieet lijkt dan ook de toekomst te hebben.

De juiste brandstof
Om het metafoor 'de auto' te gebruiken die sommige huisartsen in het grijze verleden ook al toepaste om het lichamelijk functioneren eenvoudig uit te leggen:
Een auto rijdt op brandstof, net als de mens op brandstof ‘loopt’. De brandstof kan per soort auto anders zijn, de ene wagen rijdt op benzine, de andere op diesel. Die twee brandstofsoorten mogen nooit met elkaar verwisseld worden, anders gaat de motor stuk. Er bestaan echter ook verschillende soorten benzine en voor het juist functioneren en het behoud van de gezondheid van de motor is het verstandig de voorgeschreven brandstof met het juiste octaangehalte en smering te gebruiken. Daarnaast heb je ook auto’s die op gas (LPG of waterstof ) en op een benzinesoort rijden. Weer een andere wagen rijdt uitsluitend op elektrisch of is een hybride en rijdt elektrisch ook op een bepaald soort benzine.

Geloof het of niet, dit klinkt misschien al zeer gevarieerd, maar bij de mens is het nog heel veel meer complex, omdat wij niet alleen de juiste brandstof nodig hebben, maar ook de verschillende voedingsnutriënten in de juiste verhoudingen, waarvan er nogal wat essentieel zijn.

Menselijke motor
Als er een nieuw mensje geboren wordt, is deze ketogeen, wat wil zeggen dat de baby vooral uit de vetten van de moedermelk de energie haalt en het lichaamssysteem daardoor ketonen als brandstof gebruikt. Later wordt dit door onze manier van eten omgezet in een koolhydraten motor, dat wordt letterlijk met de paplepel ingegeven.

Lang niet iedere mens is gebaat bij de koolhydratenmotor die op glucose draait. Velen zouden een groter voordeel hebben bij een ketonendieet. Echter, net als bij de diesel- en benzinemotor, zo'n motor draait slechts op één soort brandstof, dus het is óf glucose, óf ketonen. Zodra er iets te veel koolhydraten gebruikt wordt, verandert de energievoorziening in een glucose motor en wordt het vet die de ketonen zou moeten leveren, opgeslagen als vet.

Een glucose-motor kan bij verkeerd gebruik of bij de ‘verkeerde’ personen door verhoogde bloedsuikerspiegels voor problemen zorgen, denk aan diabetes, het metabool syndroom, maar ook aan kanker, de ziekte van Alzheimer en nog veel andere aandoeningen meer. 

Kijk we naar diabetes, dan is het belangrijk te weten om wat voor soort diabetes het handelt en waar voornamelijk de insulineresistentie bestaat die voor de (vaak systemisch, maar soms plaatselijk) verhoogde bloedsuikerspiegel zorgt. 
Diabetes 2 is altijd gekoppeld aan insulineresistentie die leidt tot verhoogde bloedsuikerwaarden en verhoogde hoeveelheid suiker in de urine.

Drie hoofdlocaties van de insulineresistentie zijn de alvleesklier (pancreas), de lever en de skeletspieren:
  • Is dat in de pancreas, dan is het goed mogelijk dat er ook onvoldoende insuline wordt geproduceerd, maar ook dat een koolhydraatrestrictie-dieet kan helpen om de diabetes te stabiliseren en soms zelfs de condities te verbeteren en de insulinebehoefte daalt. Een goed gemonitorde ketonendieet kan bij een enkeling misschien wat helpen, maar de kans op een insult wordt dan wel vergroot (niet op eigen initiatief doen dus).
  • Is de insulineresistentie in de skeletspieren, dan zal een koolhydraatrestrictie of een ketonendieet en extra beweging de diabetes controleerbaar kunnen maken, zelfs omkeren, maar de aanleg voor diabetes blijft natuurlijk bestaan.
  • Is sprake van een insulineresistentie ter hoogte van de lever dan kan dit zelfs gepaard gaan met leververvetting. Een ketonen (vet) dieet is hier duidelijk contraproductief. Koolhydraten, maar dan goed gebalanceerd en niet boven de GI 50 is dan geïndiceerd.

U begrijpt dat het zelden voorkomt dat iemand slechts aan één van bovengenoemde subtype van insulineresistentie lijdt, meestal is het een combinatie en ook nog variabel in gradatie. Dit maakt het dikwijls moeilijk om het juiste dieet samen te stellen. De kreet: 'Koolhydraat-arm dieet' is lang niet voor iedere diabeet een goed advies. 
Toch kan herstel van de celmembranen uitkomst bieden, daarover verderop meer.

Diabetes 1 is insuline afhankelijk. Een gezonde leefstijl en een verminderde hoeveelheid koolhydraten kan wel leiden tot een verminderde noodzaak voor insuline, maar dit dient wel altijd door een gespecialiseerde internist goed worden begeleid. Doe dit niet op eigen houtje, want dat is vragen om problemen. 
Diabetes 3 vindt op het hersenniveau plaats en gaat vaak samen met de verhoogde productie van lokaal oestrogeen, denk aan de Ziekte van Alzheimer. Het is goed met koolhydraatrestrictie en ketogeen-dieet te behandelen, indien tijdig begonnen wordt met het dieet. Ook hier geldt weer dat het  herstel van de celmembranen uitkomst zal kunnen bieden.

Ergo, het juiste voedsel voor iemand is individueel bepaald en bestaat uit de juiste brandstof en uit alle voedingsnutriënten in de juiste verhoudingen, dan is het voor die persoon ook gezond voedsel.

Er is meer dan ‘brood’ alleen
Iedereen begrijpt dat gezondheid voor een groot deel afhangt van hoe iemand leeft en eet. Iemand die vooral binnenshuis leeft en alleen maar zit en ligt, zal het moeilijk hebben om gezond te blijven of te worden. De spijsvertering zal moeizamer gaan verlopen, maar ook de uitscheiding van afgewerkt voedsel zal moeizaam gaan als gevolg van constipatie. Hierdoor blijven afvalstoffen langer in de darm en kunnen toxinen uiteindelijk via de darm in het bloed worden opgenomen en de oorzaak vormen van allerlei aandoeningen. Een inert leven zal ook leiden tot een minder goede slaapkwaliteit, terwijl dat juist voor de gezondheid zo uiterst belangrijk is.

Beweging en ademhaling, waardoor aanvoer van zuurstof en afvoer van kooldioxide zijn naast voeding levensbelangrijk. De bloedsomloop wordt door de beweging op gang gehouden en bij extra inspanningen zal die doorstroming sterker worden en dieper in alle weefsels komen. Hierdoor kunnen de  voedselnutriënten, de brandstof en het zuurstof alle cellen bereiken en kunnen ook al de afvalstoffen vanuit de lichaamscellen weer mee retour worden genomen en uitgescheiden.

Lichaamscellen
Voor het goede begrip is het belangrijk te begrijpen dat ons lichaam bestaat uit allerlei lichaamsweefsels, die zijn opgebouwd uit zeer gespecialiseerde lichaamscellen en tezamen vormen ze ons lichaamssysteem. Elke gespecialiseerde cel heeft daarin zijn eigen functie.

Energie, hormonen, neuro-endocriene hormonen, cytokinen, neurotransmitters, enzymen, ons afweer- en immuunsysteem, ons zenuwstelsel met signaaloverdracht, alles wordt via gespecialiseerde cellen geproduceerd en alleen door samenwerken is het mogelijk dat ons lichaam goed functioneert. Zonder enige uitzondering zijn alle cellen voor hun functioneren onder andere afhankelijk van nutriënten, zoals brandstof, vetten, mineralen, spoorelementen, vitaminen en aminozuren. Deze nutriënten komen uit onze voeding en worden daarom voedingsnutriënten genoemd. Het juiste, gezonde voedsel lijkt dan ook het meest voor de hand liggend om gezond te zijn of te worden.

De voedingsnutriënten komen via de darmcellen in het bloed en vervolgens in de lichaamscellen. Toch bereiken de voedingsnutriënten die in het verteerde voedsel zitten, lang niet altijd de inhoud van de darm- en andere lichaamscellen, het zogenaamde celplasma. Hierdoor kunnen ze ook niet gebruikt worden en bijgevolg worden ze weer naar buiten toe afgevoerd. 
Om het celplasma te kunnen bereiken zullen de nutriënten en het zuurstof namelijk eerst ook nog een barrière moeten nemen, het celmembraan.

Het celmembraan
Alle cellen zijn omgeven door een membraan, maar ook de organellen en de celkern met het chromosoom zijn met een membraan omgeven. Het celmembraan is niet zo maar een velletje, het is een vrij complexe laag. Het beschermt de binnenkant van de cel en haar celorganellen (uiterst gecompliceerde apparaatjes met uiteenlopende functies) en de celkern met ons chromosoom tegen onwenselijke  invloeden van buitenaf. 
Het celmembraan bevat poortjes en receptoren die de poortjes open en dicht kunnen maken. Zo kunnen er geen ongewenste stoffen, maar wel de gewenste stoffen (nutriënten, zuurstof, brandstof als ketonen of glucose) nauwkeurig gedoceerd binnenkomen. 
 Alle nutriënten moeten dus eerst het celmembraan passeren om de cel binnen te kunnen komen. Daarna moeten de nutriënten ook nog eens vanuit het celplasma de membranen rondom de celorganellen en de celkern kunnen passeren.

Samenstelling van groot belang
Het celmembraan bestaat voornamelijk uit vetten in de vorm van verschillende oliesoorten, vetzuren of lipiden genaamd, zoals fosfolipiden die onder andere uit omega 3 en omega 6 bestaan, sfingolipide, maar ook cholesterol. De samenstelling van het membraan is onder andere bepalend voor de doorlaatbaarheid voor zuurstof en de nutriënten. Een verkeerde samenstelling bemoeilijkt de doorgifte van deze stoffen. Het is bekend dat vooral transvetzuren het celmembraan minder elastisch maakt en minder doorlaatbaar.

Natte buitenkant van de cel
 
Natte binnenzijde van de cel

Een celmembraan bestaat uit een dubbele laag fosfolipiden, waarbij de hydrofobe (waterafstotende) staarten naar elkaar toe liggen, wijzend naar het midden van het membraan, zodat de hydrofiele (waterminnende) koppen naar buiten wijzen en zo oppervlaktelagen vormen. 
Een fosfolipide is een vet dat bestaat uit twee vetzuurstaarten, waarvan eentje een onverzadigd vetzuur is, zoals omega 3 of een omega 6 (de staart met een knik). Deze twee vetzuurstaarten worden bijeen gehouden door een glycerolmolecuul met daaraan een fosforgroep en een stikstofbevattende alcoholgroep. De fosfaatgroep bevat aanhechtingsplaatsen voor kleine moleculen als onder andere serine en choline.

Dr. Otto Warburg ontving een Nobelprijs voor de ontdekking dat zuurstoftekort in kankercellen karakteristiek was voor kankercellen, kennelijk veroorzaakt door een gestagneerde of onvolkomen celademhaling. Wanneer een lichaamscel minder dan 35% zuurstof ontvangt, gaat deze over in de zogenaamde anaerobe ademhaling en dit is ook karakteristiek bij kankercellen.

Dr. Johanna Budwig zat in zijn onderzoeksteam en zij ging verder met experimenteren. Zij ontdekte dat onverzadigde vetzuren (omega 3 en omega 6 e.a.) in het celmembraan verantwoordelijk zijn voor de celademhaling. Ook ontdekte zij dat vetzuren wateroplosbaar worden in combinatie met zwavelhoudende aminozuren (eiwitten met cysteïne en/of methionine). Na deze ontdekking is zij gelijk begonnen met het ontwikkelen van een dieet en voedingsvoorschriften om kanker te genezen. Dit resulteerde in een olie/eiwitpapje bekend als het intussen wereldberoemde budwig-papje’. Dit wordt ingezet bij kankerpatiënten, maar er werd intussen ook nog iets anders vastgesteld, het versterkt het immuunsysteem, het is ontstekingsremmend, pijnstillend en anti-allergisch. Hoe kan dit?

Niet alleen de celademhaling
Het celmembraan is bij heel veel mensen van minder goede tot zeer slechte kwaliteit. Hierdoor zal niet alleen de celademhaling bemoeilijkt worden, maar ook de doorvoer van de nutriënten en de afvoer van de toxische afvalstoffen. Dit is bijvoorbeeld te zien aan de vitamine C status bij de mens die het Westerse dieet volgt van geraffineerde koolhydraten, veel zetmeelproducten en veel toegevoegde suikers en hoe moeilijk het is om deze blijvend weer op peil te brengen. Ondanks suppletie en vitamine C-rijk voedsel blijft men bevattelijk voor de griep, verkoudheden en andere aandoeningen zoals hart en vaatziekten, astma, bronchitis, artritis en bijvoorbeeld reumatische aandoeningen, alle gerelateerd aan een vitamine C tekort.

Hoe is dat mogelijk?
Vitamine C zou gebruikmaken van dezelfde insuline-gemedieerde poortjes in het celmembraan als glucose (GLUT1). Het proces dat glucose en het gereduceerde vitamine C door de celmembranen heen brengt, heet ‘door insuline gemedieerde opname’.

Volgens onder andere Dr. John T. A. Ely komt dat, omdat planten en zoogdieren die wel zelf vitamine C kunnen aanmaken dit doen uit glucose (mensen bevatten nog wel de genen, maar die komen niet meer tot expressie). Hierdoor is bij zoogdieren zoals ook bij mensen de doorgifte van vitamine C niet alleen afhankelijk van insuline, maar ook van lage bloedsuikerspiegels. Bij een verhoogde bloedsuikerspiegel zou er als gevolg van de competitie tussen vitamine C en de glucose minder vitamine C kunnen worden opgenomen (glucose heeft de voorkeur). Dit is onder andere vastgesteld bij leukocyten: Witte bloedcellen hebben heel veel meer insulinepompen (GUT1) dan de ander lichaamscellen en ze kunnen wel 20 keer zoveel vitamine C bevatten als gewone cellen.  

In normale humane leukocyten worden de intracellulaire niveaus van het vitamine C gehandhaafd via een insuline gemedieerd actief transportsysteem op bijna 50 keer meer dan de omliggende serumwaarden. Uiteraard gaat dit voor alle lichaamscellen op, maar is het duidelijkst bij leukocyten, omdat deze cellen verhoudingsgewijs veel meer vitamine C nodig hebben en op voorraad houden.

Restauratie van het celmembraan.
Herstel zal rigoureus moeten worden aangepakt door middel van het veranderen van het dieet. Totdat de bloedsuikerwaarden zich min of meer hebben gestabiliseerd tot een gemiddeld niveau moeten alle bewerkte vetten en oliën uit het dieet worden verwijderd. 

Voor iemand die volgens het Westerse eetmodel leeft, kan dit nogal ingrijpend zijn. Producten 'met toegevoegde linolzuur, of met linoleenzuur', 'met omega 6, of met omega 3', 'Dit is gebakken in zonnebloemolie', maar ook allerlei producten uit de voedsel industrie en door anderen bereid voedsel. Dus brood, koek, taart, pizza's, chips en andere snacks, frites bij de frietenbakker, net als de snacks en nog veel meer voedselproducten worden gemaakt en gebakken met bewerkte oliën. Voor de houdbaarheid en bijvoorbeeld stevigheid in het product worden de oliën op de een of andere manier bewerkt en jammer voor ons, deze bewerkte en moleculair veranderde oliën worden klaarblijkelijk nog veel gemakkelijker in de celmembranen opgenomen dan de onbewerkte, biologische oliën. Ook in de eigen keuken is het uitkijken geblazen. Zelf broodbakken zonder olie of boter zal niet lukken, voor het brood moeten alternatieve worden gezocht, zoals plat brood (naan, pizzabroodjes, matzes, e.d.). 

Feitelijk behoort in die periode gewoon alle oliën en vetten uit het voedsel geschrapt  te worden, alleen de oliën die als supplement gebruikt worden mogen worden ingenomen.
Slechts hoog-gedoseerde, essentiële Omega-3-(linoleen) vetzuren zijn tijdens de herstelperiode toegestaan (bijvoorbeeld met krill-olie, biologische lijnzaadolie (Budwigpapje), biologische visolie) en de essentiële omega 6 (linol) vetzuren (bijvoorbeeld biologische zonnebloemolie, biologische pompoenpitolie). 

Aangezien de verhouding tussen omega 3 en omega 6 idealiter tussen de 1:1 en 1:4 (afhankelijk van individuele omstandigheden) zou moeten liggen,  is ook biologische hennepzaadolie (1 :3) toegestaan.

Biologische zonnebloemolie en biologische hennepzaadolie, maar ook biologische pompoenpitolie kunnen bijvoorbeeld wel in een dressing voor een salade worden gebruikt. 
 Belangrijk:
Geen van deze oliën mag worden verwarmd, laat staan verhit, ze mogen bij de winning ook niet warm worden geperst. 
Alle andere vetten en oliën worden vermeden. Grillen van vlees, kip en vis, maar ook groenten is toegestaan, maar roerbakken in boter, olijfolie, kokosvet, ghee of een andere vorm van vet (dus ook braadboter!) is niet toegestaan. Bakken met wat water gaat prima in een geëmailleerde pan en het is maar tijdelijk natuurlijk.

Hoe lang volhouden?
Na verloop van tijd, een kwartaal, maar soms kan dit wel meer dan een jaar duren, zullen de celmembranen zich hebben hersteld en daarna is het belangrijk om dit zo te houden. De snelheid van het herstel houdt verband met de duur en de ernst van bijvoorbeeld de ziekte diabetes type 2 (d.w.z. het aantal beschadigde celmembranen), gestrengheid in het volgen van het dieet en iemands leeftijd (hoe jonger, des de gemakkelijker zal herstel optreden).

Naarmate de bloedsuikerspiegel goed begint te dalen en te stabiliseren, worden er langzamerhand wat gezonde, natuurlijke vetten en oliën aan het dieet toegevoegd. Denk dan aan vet om in te bakken, zoals olijfolie, boter, ghee, kokosolie. Geen hoge temperaturen en het vet of olie altijd maar eenmaal gebruiken, bijvoorbeeld roerbakken. 
Wees in het begin zuinig en afhankelijk van iemands conditie en omstandigheden kan er geleidelijk wat meer vet gebruikt worden, zolang de bloedsuikerwaarden maar blijven dalen tot het normale niveau.

Nutriënten status
Na verloop van tijd zullen de celmembranen zich steeds verder hebben hersteld en zal de nutriëntenstatus steeds verder verbeter, zoals dus ook de vitamine C status in de immuuncellen. Dit zal tot gevolg hebben dat het immuunsysteem steeds beter zal kunnen functioneren en daaraan gerelateerde aandoeningen steeds minder vaak zullen voorkomen.

Meer over dit onderwerp
Het celmembraan, er is nog zoveel meer over te zeggen, maar dat doe ik een andere keer. Dan gaan we het hebben over het cel-geheugen, de kwantum mechanische eigenschappen van de atomen in de moleculen waaruit onder andere het celmembraan bestaat. We bespreken het communicatiesysteem, de gevoeligheid voor elektromechanische straling en nog veel meer.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Tja, enige censuur is helaas noodzakelijk om schelden, discriminatie en allerlei ongewenste reacties te voorkomen. Om die reden wordt de inhoud van een reactie eerst gelezen en pas na goedkeuring door de moderator geplaatst..