Zoeken in deze blog

donderdag 27 februari 2020

Griepvaccin werkt niet?





Volgens de overheid die het RIVM, GGD, huisartsen en het Rode Kruis als voorlichter gebruikt, is het corona-virus net zo gevaarlijk als een gewone griep. Beide geven een kans op sterfte van 2 op de 100 besmette mensen, 2% dus.  

Eigenlijk is dat een vreemde uitspraak, want de griep wordt jaarlijks bestreden door middel van de zogenaamde griepprik met het meest actuele anti-griepvaccin. Desondanks blijkt het aantal slachtoffers dat jaarlijks bij de griep te betreuren valt, nog steeds behoorlijk hoog te zijn: 2%.

Wanneer het griepvaccin evenwel goed zou werken, dan zouden er velen door dit griepvaccin worden gered, maar is het sterftecijfer toch nog steeds 2%, hetzelfde als gemiddeld bij het coronavirus wordt genoemd.

Aangezien echter helemaal niemand tegen het coronavirus kan zijn gevaccineerd en ook nog nooit iemand enige immuniteit tegen dit virus kan hebben opgebouwd, is dit virus niet te vergelijken met het griepvirus. Dit kan een aantal dingen betekenen:
  • Het coronavirus is in verhouding veel milder dan het influenzavirus.
  • Het coronavirus en het influenzavirus zijn wel gelijk aan elkaar, maar de griepvaccins werken niet.
  • We worden en public wat voor de gek gehouden en is het nog volstrekt onduidelijk wat de bedreiging van het coronavirus precies inhoudt. Het zou kunnen meevallen, maar voor hetzelfde geld wordt het veel ernstiger dan men nu vermoedt.

In elk geval is het vreemd dat de overheid zo’n uitspraak doet, wellicht om de gewone burger wat gerust te stellen en paniek te voorkomen.

Hoe werkzaam is een griepvaccin eigenlijk?
Cochrane, een onafhankelijk onderzoeksinstituut, onderzocht het effect van het griepvaccin:
Volwassenen (52 studies, ruim 80.000 volwassenen): griepvaccinatie zou mogelijks het risico op influenza ongeveer halveren (weinig bewijskracht). 

Met meer zekerheid: 71 griepvaccinaties voorkomen één (1!) griepgeval bij gezonde volwassenen!
En: nauwelijks verschil in werkverlet of hospitalisatie.

Kinderen (2-12 jaar): vaccinatie zou het grieprisico reduceren van 30% naar 11%. 

Vijf vaccinaties voorkomen mogelijks één griepgeval. 
Het risico op oorontsteking daalt slechts van 31 naar 27%. 
Nauwelijks studies bij kinderen jonger dan 2 jaar. Evenals bij zwangere vrouwen.

Bij senioren wordt meestal gesteld dat slechts 1% voldoende immuniteit ontwikkelt na vaccinatie: een ouder immuunsysteem produceert moeilijker goede antistoffen. 


Volgens Cochrane zijn er nauwelijks goede studies: 
30 vaccinaties om één griep te voorkomen? (zeer weinig zekerheid!). 
Geen verschillen in overlijdensrisico tussen wel en niet gevaccineerden.
En: in 2009 verdriedubbelde de gewone griepvaccinatie het risico op vogelgriep!!

dinsdag 25 februari 2020

Corona of CoVid-19, wat te doen?


Ability to translate, button at the bottom


Is het gebruik van handschoentjes, een gezichtsmasker en eventueel een bril afdoende, of is dit een vorm van schijnveiligheid?
Het aantal besmettingen met het Corona-virus (Covid-19 of SARS-CoV-2) loopt op, evenals het aantal doden die te betreuren zijn. Steeds meer besmettingshaarden duiken op en de overheden dreigen hun grip op de situatie te verliezen. (zie actuele info RIVM)

Dit virus wordt dikwijls vergeleken met het influenza (griep) virus, het blijkt echter zeer besmettelijk en veel dodelijker te zijn. Een en ander is afhankelijk van wie er worden besmet. Zijn dat vooral jongeren en niet kwetsbare personen, dan is het sterftecijfer vrij laag, zijn het wel vooral de kwetsbaren, dan zal het percentage hoger liggen. In een wat gedateerd filmpje legt Dr. Schippers van het Haagland Ziekenhuis het even voor u uit. 

Wat is er toch aan de hand?
Wellicht is de vergelijking met een griepepidemie wel een van de grootste boosdoeners. Het werd en wordt nogal eens gebagatelliseerd, waardoor het besef van de grote noodzaak om preventieve, hygiënische maatregelen te nemen onvoldoende in acht worden genomen om besmetting en het doorgeven van de besmetting te voorkomen. Bij het Corona-virus is het  risico om hieraan te overlijden vooral plaats-afhankelijk. Ook blijkt het Corona-virus zich anders te verspreiden dan de griep en er is tot nu nog geen afdoende (farmaceutische) behandeling voorhanden.

Veel mensen zijn wel enigszins beschermd tegen de influenzavirussen, omdat men al eens eerder een of andere griep door heeft gemaakt of werd ingeënt. Het geheugen van het immuunsysteem gaat in zo'n geval tot circa vijf jaar terug. Natuurlijk zijn er verschillende influenzavirussen en daarnaast muteren de influenzavirussen voortdurend en zijn daarom elk seizoen weer iets afwijkend met de vorige keren. ‘Ons’ immuunsysteem kan echter bij besmetting er dikwijls nog wel iets mee tot het adaptief immuunsysteem wel de juiste remedie heeft gevonden. Men wordt dan intussen wel ziek, maar de meesten komen er zonder kleerscheuren vanaf.

Het Corona-virus verschilt hierin.
Het Corona-virus is echter geen griepvirus (zie de post: Is het wel griep?) en het Corona-virus lijkt hoewel minder als het influenzavirus, toch nog vrij invasief en dus potentieel gevaarlijk, zeker voor onze Westerse samenleving. Niemand op aarde is al eens eerder met dit specifieke Corona-virus in aanraking gekomen, noch gevaccineerd en dus ook niemand is tegen de gevolgen van een besmetting door dit virus ook maar enigszins beschermd. Het is daarom voor iedereen uiterst noodzakelijk om goede hygiënische maatregelen te hanteren om besmetting te voorkomen en de besmetting aan anderen door te geven. Heeft iemand een goed afweer systeem en werkt het immuunsysteem goed, dan zal men gewoonlijk vrijwel geen of weinig ziektesymptomen ontwikkelen. Er zijn echter nogal wat mensen bij wie dit allemaal een stuk minder goed verloopt, de zogenaamde risicogroepen.

Risicogroepen:
Vooral mensen boven de 60 jaar, zuigelingen, zwangeren, mensen met een verzwakt immuunsysteem zoals diabetici, mensen met long-, hart- en vaataandoeningen, maar ook bijvoorbeeld zij die immunosuppressieve medicatie, of chemotherapie gebruiken dienen altijd op hun hoede te zijn, omdat hun immuunsysteem nauwelijks zal werken. Advies om het immuunsysteem bij hen te versterken is een verkeerd advies, omdat dit bij babies en ouderen onvoldoende effect zal hebben. Voor degenen die bijvoorbeeld een orgaandonatie hebben gehad, aan leukemie lijden of aan een andere vorm van kanker waar het immuunsysteem bij betrokken is, is zo'n advies zelfs contraproductief in de behandeling en kan het stimuleren van het adaptieve immuunsysteem zelfs een fatale afloop hebben.

Stimuleren van het immuunsysteem is toch altijd zinvol?
Inderdaad, behalve dus de groepen die hierboven werden genoemd. Heel jonge kinderen en ouderen, maar ook velen bij wie het immuunsysteem onvoldoende werkt is het stimuleren van het immuunsysteem een loffelijk streven, maar zal in de regel weinig soelaas bieden. Daarnaast is het zo dat een aantal belangrijke symptomen ter hoogte van de longen en de nieren juist worden veroorzaakt door een overreactie van het aangeboren immuunsysteem. De vraag is dan of de interventie om het immuunsysteem extra te activeren, op dat moment wel de juiste is. Veel therapeuten hebben te weinig specifieke kennis om hier adequaat bij behulpzaam te zijn.



Wat doet het SARS-CoV-2, het Coronavirus?
Het virus komt de luchtpijp binnen, via de mond, neus of met het traanvocht van de ogen via de neus. Het nestelt zich allereerst achter in de keel en verspreidt zich vandaar via de luchtpijp naar de longen en komt uiteindelijk in de longblaasjes waar het voor de echte problemen gaat zorgen.
In de luchtpijp en bronchiën zal het virus door ons immuunsysteem worden opgemerkt. De verdediging en eliminatie ervan komt op gang, maar doordat er op dat moment nog geen eigen antilichamen voorhanden zijn, zal het immuunsysteem zich moeten beperken tot de meer rigoureuze acties en veroorzaakt hierdoor kleine ontstekinkjes die een kriebelhoest en daarna kuchen veroorzaakt. Dikwijls ontstaat in deze fase ook verhoging van de lichaamstemperatuur of koorts.

Omdat het immuunsysteem (nog) niet in staat is om het coronavirus te neutraliseren (uitschakelen) zal het zich verder verspreiden en komt uiteindelijk in de alveoli, de longblaasjes. Ook daar ontstaan kleine ontstekinkjes en ontstaat er wat vochtophoping (oedeem), we spreken dan over een longontsteking en dit gaat met koorts gepaard (dikwijls in afwisseling hoge koorts en verhoging). Hierdoor zal de ademhaling worden bemoeilijkt, de longinhoud wordt ook steeds kleiner en er ontstaat benauwdheid, kortademigheid, duizelingen en de besmette zal het steeds moeilijker gaan krijgen om goed te kunnen ademen. Hierdoor ontstaat er zuurstof tekort, maar ook ophoping van kooldioxide en we hebben nu een patiënt die acuut aan de beademing moet. Bij een aantal mensen gaat het echt heel erg mis, omdat een deel van het plaatselijke aangeboren immuunsysteem op hol slaat. Het wordt veel te actief en de bescherming die het normaal gesproken zou bieden, wordt een bedreiging op zichzelf.

Het samenstel van deze symptomen is een aandoening die CoVid-19 ofwel de Coronavirus-ziekte wordt genoemd.

In de tussentijd zal er subtiel worden getracht om het specifieke immuunsysteem op te peppen en er worden krachtige middelen ingezet, maar desondanks blijken veel patiënten slechts met grote moeite te herstellen en zij met een verzwakte gezondheid zullen eerder hieraan bezwijken dat zij die wel over een goede gezondheid beschikken.
Intraveneus vitamine C zou hier goede diensten kunnen bewijzen, maar helaas wilt men in Nederland (EEG) hier niet aan. Zie over het gebruik van vitamine C bij Corona deze post.

Symptomen CoVid-19 in vergelijking
Om het verschil aan symptomen aan te geven, zie onderstaand kader:


Meerdere typen ((bron))
Er zouden momenteel twee verschillende typen van het CoVid-19 virus rond te waren: 

  1. De agressieve variant (70%) 
  2. De milde variant (30%)
 De milde variant lijkt wat op een vrij korte verkoudheid.

Het virus muteert constant en momenteel (december 2020) zijn er alweer twee zorgwekkende mutaties gedefinieerd:
  1. Britse mutatie, verspreidt zich 70% sneller dan het oorspronkelijke virus
  2. Zuid-Afrikaanse variant, ook deze gemuteerde variant schijnt zich sneller te verspreiden. 

Vooral de agressieve variant is linke soep
Net als bij elke infectieziekte zijn de zwakkeren met een onvoldoende werkend immuunsysteem het vaakst het slachtoffer en worden zeer ernstig ziek en kunnen komen te overlijden. Vooral in West Europa worden veel mensen via allerlei medicatie en kunstgrepen in leven gehouden, waardoor ze een vrij gemakkelijke prooi zijn voor infectie met welk virus dan ook. 
In Nederland zou tussen de 60- en 80 jarigen veel chronische ziekten voorkomen, tussen de 80- en 90 jarigen lijden veruit de meesten aan tenminste één chronische aandoening en boven de 90 jaar geldt dat voor praktisch iedereen. 

➤  De omgeving van deze mensen moeten zich zeer bewust zijn van het potentiële gevaar wat schuilt in het intermenselijke contact.

Kwetsbare groepen
Ook andere zwakkeren in onze wereld is belangrijk en net als bij de griep zien we dat zwak vertaald moet worden met ‘minder goed werkend immuunsysteem’. Dit zijn dan bij gevolg:
  • Ouderen boven de 60 jaar.
  • Mensen met long- hart- en vaatziekten.
  • Mensen met een gecompromitteerd afweer- of immuunsysteem
  • Mensen met immunosuppressieve medicatie (immuunsysteem onderdrukkend)
  • Mensen met chemobehandeling
  • Zeer jonge of oudere patiënten en bij mensen met een bestaande chronische aandoening zoals diabetes of astma.
  • Zwangere en zogende vrouwen.
  • Pasgeborenen
➤  Het advies om vergaande hygiënische maatregelen te nemen is zeker voor deze groep geen sinecure.

Omgekeerde isolatie
In tegenstelling tot wat op dit moment als regel door overheden wordt opgelegd, is het wellicht een stuk effectiever dat de groep kwetsbare personen zich van de omgeving isoleert om besmetting te voorkomen. De groep niet-kwetsbaren is immers vele malen groter en lopen hoegenaamd weinig risico. Het effect zal wellicht veel groter zijn (minder slachtoffers) en ook de voordelen zijn groot (meer bewegingsvrijheid en voor de economie is het beter). Wanneer iedereen tegelijkertijd zorgt voor voldoende afweer en weerstand (zie hieronder), dan zal het probleem zonder al te grote gevolgen al snel onder controle kunnen zijn. 

Het lijkt toch op griep?
Ja, de eerste symptomen doen je aan de griep denken en dat is tijdens een griepepidemie natuurlijk hachelijk (zie hierover de blog Is het wel griep, of is het iets anders?, dat handelt over de griep en de influenzavirussen). De symptomen van het Corona-virus zijn ook bij lang niet iedereen heel heftig, het begint vaak sluipend, waardoor het idee dat je griep hebt logisch lijkt. Goede hygiënische maatregelen en quarantaine wanneer nodig is belangrijk, naast zorgen dat je immuunsysteem optimaal functioneert. Door het immuunsysteem te stimuleren krijgt ons lichaam de kans om zich al vanaf het eerste begin zich zo goed mogelijk te weer te stellen.

Opkrikken van het immuunsysteem
Het is een wetenschappelijk feit dat alle onderzochte virussen kunnen worden geblokkeerd door specifieke micronutriënten. Het is vooral bekend dat vitamine C de replicatie van alle virussen waarop het wordt toegepast, vermindert of volledig blokkeert. Zelfs in cellen die chronisch met HIV zijn geïnfecteerd, is aangetoond dat vitamine C de virale replicatie met meer dan 99 procent vermindert. 

Het is ook bekend dat alle virussen zich in het lichaam verspreiden met behulp van enzymen die collagenasen worden genoemd. Dergelijke enzymen kunnen gedeeltelijk of volledig worden geblokkeerd door middel van het aminozuur lysine. 

De effectiviteit van micronutriënten bij het verbeteren van de immuunfunctie maakt al deel uit van elk biologieboek. Dr. Rath's (Cellulaire geneeskundige)onderzoek heeft aangetoond dat een specifieke combinatie van micronutriënten het immuunsysteem kan ondersteunen en verbeteren. 

Vitamine C, minimaal 3000 mg per dag, beetje bij beetje (100 mg) de hele dag door vitamine C activeert en effectueert het immuunsysteem. 
Kijk voor uitgebreide uitleg in de blog: Vitamine C etc.
Vitamine C (ter preventie oraal ingenomen en intraveneus toegediend ter behandeling) wordt nu (3 maart 2020, officieel door de regering van Shanghai aangeraden (zie onderaan het persbericht)

Andere maatregelen
Naast te zorgen dat de vitamine C-status optimaal is, zijn er nog andere voedingsstoffen belangrijk. In principe alle vitaminen en minerale spoorelementen zijn van belang, maar naast vitamine C springt vitamine A, B6, B9 (foliumzuur) B12, E en D in het oog en zijn jodium, ijzer, zink, calcium, magnesium en mangaan zeer belangrijk. Vitamine D is naast vitamine C een van de belangrijkste vitaminen voor het immuunsysteem. Een gebrek aan vitamine D is gelinkt aan een verminderde weerstand tegen ziekteverwekkende micro-organismen, allergie en auto-immuniteit (Colotta F, 2017; Lang PO, 2017). Vitamine D speelt namelijk een belangrijke rol in de immuunrespons tegen infecties. Ze stimuleert de aanmaak van antimicrobiële peptiden (vb. cathelicidine en bèta-defensine), die bacteriële en virale infecties helpen bestrijden. 

Voedingsstoffen:
  • Vitamine D, activeert en reguleert het immuunsysteem via het chromosoom.2000 IE per dag (begin met 5000 IE per dag gedurende twee weken, reduceer dit daarna tot 2000 IE per dag) (zie post over  vitamine D)
  • Vitamine A, werkt samen met vitamine D om chromosomaal actief te kunnen worden en is essentieel voor het immuunsysteem.
  • Vitamine B6 bevordert de immuunrespons, ook bij ernstig zieke patiënten.
  • Vitamine B9 (foliumzuur is belangrijk voor de normale cel-functies.
  • Vitamine B12 speelt een sleutelrol in de cellulaire immuniteit.
  • Vitamine E werkt samen met vitamine C, houden elkaar actief en belangrijk oor de functie van het immuunsysteem.
  • Vitamine K (enigszins omstreden). De darmen zijn belangrijk in ons immuunsysteem. Bij een goede darmwerking en een juiste darmflora zullen de dikke darmbacteriën voldoende vitamine K produceren. Is er een gebrek aan vitamine K, dan kan suppletie wel het tekort daaraan opheffen, maar daarmee is de darmflora en werking nog niet in orde en zal haar functie binnen het immuunsysteem nog niet zijn verbeterd. 
  • Melatonine (zie post over melatonine)
  • IJzertekort heeft een negatief effect op de immuunrespons.
  • Zink zuigtabletten, reguleert het immuunsysteem, 20 mg. per dag. Het gaat expliciet om zuigtabletten! Tabletten die je moet doorslikken zijn minder effectief en neussprays kunnen zorgen voor permanent verlies van de reukzin (bron). Meer is overigens niet altijd beter, het heeft geen zin om meer dan 100 mg zink per dag te nemen (bron).
  • Magnesium: 400 mg per dag (als magnesium-citraat, -malaat, -chelaat of een -chloride vorm)
  • Jodium werkt net als vitamine D samen met het RXR-systeem en activeert via het chromosoom het immuunsysteem. 
  • Selenium: 100 mcg per dag
  • Calcium en magnesiuminname moeten in evenwicht zijn (2:1). Calcium-ionen zijn uiterst belangrijk voor een goed functionerend immuunsysteem en magnesium-ionen zijn in ontelbare immuunreacties essentieel.
  • Lysine (aminozuur) om de collagenasen te elimineren.
Antivirale stoffen uit de natuur
De snelle vermenigvuldiging van het virus kan worden afgeremd met antivirale stoffen. 
  • Astragalus Membranaceus, (vlezige hokjes peul), dagelijks 900 mg.
  • Allium Sativum, (knoflook), dagelijks 200-400 mg,
  • Equisetum arvense,(heermoes),  antimicrobieel
  • Kinine (chloroquine)
  • Sambucus, (vlierbes) antimicrobieel, immuunsysteem versterkend
  • Cordyceps (schimmelsoort) dagelijks 2000 mg. 
Een document over fyto-actieve kruiden vind je hier.

Etherische oliën
Door een mengsel van etherische olie te gebruiken en dat dagelijks onder de voetzolen te smeren, wordt het immuunsysteem geactiveerd en aangezet tot bescherming tegen microben. Van de volgende etherische oliën worden per stuk 5 druppels in een roller van 10 ml. gedaan, afgevuld met bijvoorbeeld amandelolie, druivenpitolie, of gefractioneerde kokosolie (verdere informatie):
  • Melaleuca, 
  • Lemon, 
  • Peppermint, 
  • Orgeano, 
  • On Guard en 
  • Franckincense 
Bioflavonoïden
Tal van fruit en groentesoorten bevatten stofjes (bioflavonoïden) die de aanmaak van immuuncellen bevorderen. Ons lichaam raakt vrij snel aan dit soort stofjes gewend, dus is variatie in het voedsel belangrijk. Dat is niet een zak roerbakgroente waar alle soorten groenten in zitten (voor een keer is dat niet erg), maar dagelijks wat anders eten met telkens een pauze van circa vier dagen tussen wat je nu eet en hetzelfde een volgende keer weer .

Kruidenthee
Ook de blaadjes van de struiken waar bijvoorbeeld bessen, bramen, druiven aan hangen zijn als thee uitstekend om het immuunsysteem te stimuleren, maar ook bijvoorbeeld vlierbessenthee, vlierbloesemthee en de welbekende Echinacea.
Belangrijk is om geen van deze producten dagelijks te gebruiken, maar in grote variatie. 

Bijvoorbeeld:
  • dag 1 vlierbessen of vlierbloesem-thee, vlierbes-extract
  • dag 2 braamblad-thee, 
  • dag 3 blauwebessenblad-thee, 
  • dag 4 echinacea, 
  • dag 5 aardbeiblad-thee, 
  • dag 6 druivenblad-thee, 
  • dag 7 Cistus (zonneroosjes)-thee, 
  • Daarna herhaling vanaf dag 1. 
Hierdoor zal er een constante stimulatie van het immuunsysteem plaatsvinden en het beenmerg worden geprikkeld om extra leukocyten aan te maken.

Levensstijl
  • Voldoende en goed slapen is uiterst belangrijk (tenminste 8 uur dagelijks)
  • Voldoende bewegen liefst in de buitenlucht (wandelen en tuinieren is uitstekend, het hoeft zeker geen trimmen of hardlopen te zijn, of je moet dat leuk vinden, dan is dat prima).
  • Stressbeheersing, want stress is oorzaak van velerlei zoals vermindering van de weerstand. Het vreet vitamine C (adrenaline/cortisol productie, bijnieren). 
Adrenaline/cortisol
Bij stress wordt adrenaline aangemaakt om te activeren en cortisol om de werking van de adrenaline te neutraliseren. Cortisol speelt daarnaast een belangrijke rol in de immuunreactie en zorgt samen met vitamine D en omega 3 (EPA en DHA) voor het op tijd beëindigen van op gang gebrachte ontstekingsreacties. 

De productie van cortisol, de gevoeligheid  en dus ook de werkzaamheid ervan zijn stressgevoelig. Die werkzaamheid kan worden verbeterd door bijvoorbeeld stressreductie:
  • Ontspannende activiteiten als ademhalingsoefeningen, Tai chi of Chi Gong, yoga, meditatie, wandelen, ontspannende sporten, sauna, massage.
  • Kneipse wisselbaden, neem dagelijks een koude douche of ga in open water zwemmen. Een intense koudeprikkel vergroot de gevoeligheid voor cortisol.
  • Eet gevarieerd en gebruik prebiotica), want een gezonde darmflora zorgt voor een betere werkzaamheid van cortisol.
  • Goede, gezonde sociale contacten kunnen daar ook goed bij helpen.
Behandeling van de symptomen
Behalve de stimulatie en het effectueren van het immuunsysteem is er weinig te doen om de virus zelf aan te pakken. Toch kunnen we nog wel iets doen, eigenlijk het zelfde als we bij de griep en verkoudheid kunnen doen, zeker ook met homeopathische remedies.. 

Hygiënische maatregelen
Goede hygiëne is uiterst belangrijk, was regelmatig je handen, zeker na intermenselijk contact (bijvoorbeeld handgrepen, zoals winkelwagentjes, deurknoppen, etc.) en voor het eten.
  • Hoest en nies in de elleboog en gebruik papieren zakdoekjes (slechts eenmaal).
  • Beperk of beter geen handjes geven
  • Kussen kan een besmettingsrisico met zich meebrengen.
Terwijl velen wel beducht zijn om zelf besmet te raken en hun uiterste best doen om zichzelf te beschermen, zien we tegelijkertijd dat het een stuk minder nauw wordt genomen met de bescherming van de ander.

Besmettingsbronnen
Er zijn nogal wat besmettingsplekken, zoals kranen (dichtdoen), telefoons, deurknoppen, toetsenborden, gemeenschappelijk gebruikte smart- en Dect-phones, pennen, maar ook gedeelde werkplekken, winkelwagentjes en boodschappenmandjes en nog heel veel meer, zeker wanneer de volgende gebruiker zichzelf onvoldoende beschermt tegen besmetting door altijd eerst goed de handen te wassen voor het eten en niet met mogelijk besmette handen in de ogen te wrijven.

Hygiënische handschoentjes dragen lijkt bijvoorbeeld een goed plan, maar het niet beseffen dat diezelfde handschoentjes een besmettingsbron voor anderen kan zijn, is dan weer wat minder. 

Hoesten en niezen
Zoals wellicht bekend hoesten en niezen in de elleboog. Hield je netjes de hand voor de mond, zoals vroeger als kind geleerd, dan is het belangrijk om direct de handen te gaan wassen. 
Gebruik altijd papieren zakdoekjes, maar ook altijd maar één keer en gooi ze in een prullenbak of vuilnisbak weg. Laat ze niet rondslingeren!

Na contact met mogelijk besmette contact(en) altijd met zeep 20 seconden de handen wassen en met een schone handdoek of tissues de handen drogen. Nadien met alcohol wanneer bekend is dat er zieken in de omgeving zijn.Over handhygiëne zie dit artikel.

Toilet
Toilethygiëne is ook zorgen dat het toilet en de toiletbril schoon zijn, gebruik desinfecterende middelen. Sluit de klep van de bril, boze tongen beweren dat besmetting ook vanuit het riool zou kunnen ontstaan. He is een kleine moeite en waar rook is, is vuur zullen we maar zeggen.

Quarantaine
Zodra iemand vermoedt dat er van een besmetting van het Corona-virus sprake is, is het verstandig om verdere verspreiding tegen te gaan, door zichzelf in quarantaine te plaatsen. Houdt zo’n twee meter afstand en beperk je bewegingsvrijheid in een huis met meerdere bewoners. Bel de huisarts)praktijk) en meldt je symptomen en vermoeden. Iemand van de Gemeentelijk Gezondheidsdienst (GGD) zal dan een huisbezoek brengen om te kunnen vaststellen of je inderdaad of niet besmet bent en verdergaand advies volgt. 

Ga dus niet naar buiten en ga ook niet naar de dokter toe!

Bewust of onbewust ontduiken van of zich onttrekken aan quarantaine is een heel ernstige zaak en komt zeker voor. Deze mensen veroorzaken besmettingen waarvan de bron onvindbaar is en dus zijn de lijnen niet meer te volgen. Hierdoor raken veel argeloze burgers besmet, zonder dat iemand begrijpt hoe dat nou kon gebeuren.

Mondkapjes
Mondkapjes wel of niet, dat is de vraag. Mondkapjes die momenteel door velen gedragen worden (soms zelf gemaakt) hebben slechts een geringe bescherming. Maar de allereerste en belangrijkste stelregel is dan ook, dat mensen die symptomen vertonen en zich ziek voelen altijd thuis moeten blijven in thuis-quarantaine. Dus het mondkapje dat op een aantal plaatsen waar de anderhalve maatregel niet goed mogelijk is, gedragen wordt, is dus niet zo zeer bedoeld om besmettingen te voorkomen, het is een extra maatregel. De mondkapjes zullen niets of weinig doen wanneer iemand inderdaad besmet en ziek is. Het is dus uitsluitend bedoeld voor onverwachte besmettingen, voor het geval dat later blijkt dat iemand toch besmet is geraakt, maar dit zelf nog niet wist. Alle andere maatregelen blijven dus nog gewoon van kracht, zoveel mogelijk afstand bewaren, handen wassen en andere hygiënische maatregelen toepassen.

Verschillende mondmaskers
Gezichtsmaskers worden dikwijls gebruikt om de lucht te ontdoen van stofdeeltjes, stuifmeel, maar ook microben. Echter lang niet elk masker kan alles, de meesten zelfs vrij weinig, terwijl juist een zuivere lucht, vrij van microben, helpt om besmetting door een virus, bacterie of schimmel tegen te gaan. Een gewoon mond-/neusmasker helpt daar niet echt bij, want de poriën van zo’n masker zijn gewoonweg veel te groot. Zelfs een ziekenhuismasker is niet altijd erg effectief, het beschermt de omgeving, bijvoorbeeld de patiënt die wordt behandeld, wel tegen besmetting door de (besmette) drager van het masker. 

Dit zijn dus geen maskers die de drager beschermt tegen infecties van buitenaf, dus tegen een besmette patiënt. Desondanks worden dit soort maskers wel dikwijls gebruikt om zichzelf te beschermen tegen besmetting, dit is dus een goed voorbeeld van schijnveiligheid en kan soms een bron zijn van veel ellende.

Diameter microben versus poriën in het masker
Een bacterie heeft gemiddeld een diameter van zo’n 2 micron en een virus 0,1 micron, terwijl de poriën in een gewoon bouwmasker zelfs nog te groot zijn om fijnstof tegen te kunnen houden met een diameter kleiner dan 10 micron (100 keer groter dan een virus dus). De poriën van zo’n masker zijn dus groter dan 10 micron, één micron is 0,001 mm.

Medische maskers
Deze zijn tijdelijk verboden om particulier gedragen te worden. 
Er bestaan maskers met een echte bescherming, dat zijn maskers die bestaan uit een kap met een filter (masker N95 / NFFP2). Voor bescherming tegen bacteriën en virussen (o.a. vogelgriep, varkensgriep en SARS) dient minimaal een FFP-2 mondmasker gedragen te worden. Zo'n masker is voorzien van een ventiel. 

De mondmaskers hebben een zeer comfortabele pasvorm en zijn hierdoor uitstekend geschikt voor urenlang draagcomfort. Dit soort maskers worden ook gebruikt in bacteriologische en pathologische laboratoria wanneer er met materiaal van een patiënt wordt gewerkt of wanneer de behandelaar in een ruimte is met een besmette patiënt. Ergo, dan wanneer het risico op besmetting hoog is.

In het dagelijks leven is het gebruik van zo’n medische mondkap echter vrijwel onhaalbaar. Het ademen is lastig en vermoeiend, omdat het goed in- en uitademen aanzienlijk wordt belemmerd, zeker op de wat langere termijn. Dat houd dus niemand erg lang vol, in elk geval niet de hele dag. Essentiële olie is dan dus veel eenvoudiger en misschien wel de beste oplossing.

Dragen van maskers ongezond?
Dag in dag uit een masker dragen is niet noodzakelijk, dat is één, je gebruikt het slechts alleen in specifieke situaties (RIVM). Op de tweede plaats is het dragen van een belastend, medisch masker niet toegestaan buiten de medische praktijk. Maskers die zelf worden gemaakt, bouwmaskers tegen stof, en andere, zeg maar de meer eenvoudige, zijn wel toegestaan en worden dan ook geadviseerd. In de bouw worden dit soort maskers al veel jaren gebruikt en dat gaat zonder problemen. 

Er zullen best mensen zijn die hinder ondervinden van het dragen van een masker. Mensen met luchtweg-aandoeningen zullen het niet als prettig ervaren. Sommigen zullen het zelfs als zeer belastend ervaren en zullen de plaatsen waar ze verplicht gedragen moeten worden, moet vermijden zolang deze maatregelen noodzakelijk zijn. 

Het gebruik van mondmaskers is aan regels gebonden, omdat verkeerd gebruik juist voor besmetting van jezelf en je omgeving kan zorgen. Hier vind je verdere instructies.

Eigen gemaakte maskers moeten niet de dun van stof zijn, maar ook niet zo dicht, dat ademen vrijwel onmogelijk wordt.....

Reinigen van de lucht die wordt ingeademd
Ventilatiesystemen en aerosolen staan momenteel volop in de belangstelling. In de koude maanden wordt er in het algemeen veel minder gelucht dan in de warme perioden. Door een gebrek aan ventilatie, teveel isolatie, koken, bakken en grillen, vocht, huisdieren, chemische stoffen en microben raakt hierdoor de lucht binnenshuis (ernstig) vervuild. Dit kan tot uiteenlopende klachten leiden, zoals hoofdpijn, geïrriteerde slijmvliezen, slapeloosheid en vermoeidheid. Ook kan de lucht besmet raken met microben zoals schimmels, bacteriën en virussen, dat krijg je gewoonlijk met luchten alleen minder goed opgelost en kan worden behandeld met specifieke, essentiële, aromatische oliesoorten. Hierdoor ligt besmetting op de loer, maar ook wordt het erg lastig om te genezen van een besmetting, doordat er constant sprake kan zijn van een herbesmetting.

Natuurlijk is de gemakkelijkste aanpak en gewoonlijk het eerste wat je doet: Luchten, de kamer(s) goed ventileren. Zo voorzie je bijvoorbeeld de ruimten, zoals de ziekenkamer niet alleen van nieuwe, verse lucht, maar ook van zuurstof. Volgens research zou elke twee uur eventjes luchten het beste zijn.

Hepa filters
Prachtig, zo'n hepafilter, maar voor veel huizen en bedrijven een vooralsnog onbereikbare ontwikkeling. Het gehele luchtbehandelingssysteem, in grotere gebouwen het gebouwbeheersysteem, moet hierop zijn ingericht. Dit is een vrij kostbaren situatie. In een gesloten unit als een vliegtuig, touring-bus of iets dergelijks is dat nog te doen, maar in een bioscoop of theater is dat wel een ander verhaal, laat staan in de thuissituatie. Het kan echter ook anders, de lucht ontsmetten: 

Ontsmetten van de lucht
  • Verdampen van essentiële  oliën uit de dennenfamilie, zoals o.a. van de grove den, alpenden, zilverspar, lariks en spar.
  • Verdampen van essentiële  citrusoliën, zoals citroen, limoen, grapefruit, sinaasappel en mandarijn.
Ook een olie als olibanum of Boswellia carterii  (rook van de hars van deze plant is wierook) en Teatree bevatten hoge percentages monoterpenen. De rook als wierook bevat echter schadelijke stoffen en wordt niet geadviseerd. De verdamping van de essentiële olie echter wel en heeft een gunstig effect.
  • Bergbonenkruid (Satureja montana) blijkt een van de meest actieve oliën om bijvoorbeeld aerosolen (schimmels, bacteriën en virussen) te bestrijden. Deze olie bevat een zeer hoog gehalte aan fenolen en heeft zelfs een dodelijk effect op de Stafylococcus aureus (deze bacterie is steeds meer resistent voor antibiotica en dus moeilijk te bestrijden). Zij zorgt voor een zeer sterke vermindering van de hoeveelheid bacteriën die praktisch gelijk ligt met de totale desinfectie met formol, een ontsmettingsmiddel met formaldehyde dat o.a. in ziekenhuizen wordt gebruikt.
  • Tea Tree olie (Melaleuca alternifolia). Opmerkelijk is dat de schimmelsporen in de lucht voor een groot deel verminderen en/of verdwijnen. Naast het vernietigen van schimmelsporen zorgt het ook voor een schonere lucht met minder ziekmakende bacteriën en virussen. 
Hoe kunt u de oliën het beste verdampen?
Er zijn vele mogelijkheden om de essentiële olie in de lucht te brengen. De meest simpele manier is een tissue met een aantal druppels olie op de verwarming leggen. Door de warmte zal de olie verdampen en zich verspreiden in de omgevingslucht. Met geurblokjes van klei kunt u zeer effectief werken maar de werking beperkt zich tot ongeveer 1 ½ m2, dus mooi voor op het nachtkastje, op de werkplek, of in de auto.

Er zijn simpele geurlampjes op de markt die met waxinelichtjes werken en een gezellige sfeer in huis creëren. Boven de kaars wordt een bakje gevuld met water waar een paar druppels essentiële olie aan wordt toegevoegd. Door het warme water verdampt de olie.
Kijk uit met kleine kinderen en huisdieren.

Er zijn simpele, maar ook complexe apparaten te koop die op elektriciteit werken. Door een ventilator of een warmtebron wordt de olie veilig (en zonder open vuur) verdampt. De nieuwste generatie verdampers voegen verschillende eigenschappen samen in één apparaat.

De nieuwste apparatuur heeft een drie in één effect:
1. Het werkt door middel van ultrasone techniek: Door trilling wordt het water in combinatie met de toegevoegde druppels essentiële olie omgevormd tot een zeer fijne nevel waardoor er vocht in de lucht komt samen met de essentiële olie.
2. Doordat de oliën zeer fijn verneveld worden en snel door de ruimte worden verspreid is het aromatherapeutische effect heel bijzonder.
3. In de ruimte waar de lamp staat, wordt de lucht ook nog geïoniseerd, waardoor de luchtkwaliteit wordt verbeterd en mensen dieper kunnen inademen.

Inzet intraveneuze vitamine C in China succesvol. 
De regering van Shanghai raadt nu officieel vitamine C aan voor COVID-19: (OMNS 3 maart 2020) (referentie).

De regering van Shanghai, (China) heeft in deze officiële aanbeveling   aangekondigd om COVID-19 met grote hoeveelheden intraveneuze (IV) vitamine C te behandelen: 
Doseringsaanbevelingen variëren met de ernst van de aandoening, van 50 tot 200 milligram per kilogram lichaamsgewicht per dag tot maximaal 200 mg / kg / dag.
Deze doseringen zijn 
voor een volwassene circa 4000 tot 16000 mg, per infuus toegediend.  

Deze specifieke toedieningsmethode is belangrijk, zegt intraveneus-therapie expert Atsuo Yanagisawa, MD, PhD, omdat het effect van vitamine C ten minste tien keer krachtiger is door IV dan wanneer het oraal wordt ingenomen. Dr. Yanagisawa is voorzitter van het Japanse College of Intraveneuze therapie in Tokio. Hij zegt:
" Intraveneuze vitamine C is een veilig, effectief en breed spectrum antiviraal."

Richard Z. Cheng, MD, PhD, een Chinees-Amerikaanse specialist, werkt nauw samen met medische en gouvernementele autoriteiten in heel China. Hij heeft momenteel ten minste drie Chinese klinische IV-vitamine C-studies in gang gezet. Dr. Cheng spant zich nu in Shanghai in om nog meer Chinese ziekenhuizen aan te moedigen de vitamine C-therapie te implementeren met hoge orale doses vitamine C samen met IV-vitamine C.

Dr. Cheng en Dr. Yanagisawa raden beide orale vitamine C aan ter preventie van COVID-19 infectie.

Een officiële verklaring van Xi ' an Jiaotong University Second Hospital (referentie) luidt:
"Op de middag van 20 februari 2020 herstelden nog eens 4 patiënten met ernstige nieuwe corona-virale longontsteking van de C10 West Ward van Tongji Ziekenhuis. In de afgelopen periode zijn 8 patiënten ontslagen uit het ziekenhuis. Niet ik heb dat gedaan, maar de hoge dosis vitamine C behaalde goede resultaten in klinische toepassingen. Wij zijn van mening dat voor patiënten met ernstige neonatale longontsteking en kritisch zieke patiënten, de behandeling met vitamine C zo snel mogelijk na de opname zou moeten worden opgestart. 


Vroege toepassing van grote doses vitamine C kan een sterk antioxidant effect hebben, ontstekingsreacties verminderen en de endotheliale functie verbeteren. Ik heb het dus niet gedaan".

Uit tal van studies is gebleken dat de dosis vitamine C veel te maken heeft met het effect van behandeling. . Ik heb het niet gedaan. Hoge-dosis vitamine C kan niet alleen de antivirale niveaus verbeteren, maar belangrijker, acute longletsel (ALI) en acute ademnood (ARDS) voorkomen en behandelen."

Door Andrew W. Saul (vertaald door de auteur Casey)

Bron: Orthomolecular.org

vrijdag 21 februari 2020

Is het wel griep, of is het heel iets anders?




Circa 4 van de 10 patiënten met griepverschijnselen blijken niet de griep te hebben. Diagnosticeren is werkelijk een vak apart. Atypische symptomen worden door een leek vaak over het hoofd gezien of verkeerd beoordeeld, zelfs een arts kan dat wel eens een enkele keer overkomen. Toch, ondanks een gebrek aan grondige medische kennis, denken velen te weten wat zij of een ander mankeren, bijgevolg wordt er nogal eens mis-'gediagnosticeerd'. Hierdoor krijgt een verkoudheid soms het etiket van griep opgeplakt, wordt hoofdpijn als migraine betiteld, artritis als reuma of reumatische artritis, buikpijn genoemd in plaats van maagpijn (echt waar), een maagaandoening terwijl het om een hartaandoening gaat (maar ook omgekeerd) en bijvoorbeeld de symptomen lijken te duiden op griep genoemd, terwijl het in werkelijkheid om sepsis gaat. 
Een juiste diagnose is erg belangrijk, opdat hierop een adequate behandeling kan worden ingesteld en worden voorkomen dat er iets hartstikke fout kan gaan. 

Natuurlijk zijn de symptomen soms overduidelijk en is de conclusie gewoon juist, maar soms kan iemand er ook vreselijk naast zitten. Tijdens het griepseizoen neemt de kans toe dat het influenzavirus tot wel 60 tot 70% van de griepachtige klachten veroorzaakt (bron), maar dat betekent ook dat 30 tot 40% van de zieken griepachtige symptomen vertonen, maar toch niet de griep hebben. Het griepseizoen is in de periode november tot en met april. Meestal start het seizoen echter eind december en eindigt het begin maart. 

Is het wel griep?
Het geheel van de symptomen snotteren, keelpijn en zich niet lekker voelen krijgt al snel het grieplabel opgeplakt, terwijl er dikwijls ‘slechts’ sprake is van een gewone verkoudheid, maar soms iets veel ernstigers. De verkoudheidssymptomen kunnen individueel verschillen, zeker wanneer er sprake is van comorbiditeit (samengaan met andere aandoeningen). 

De griepsymptomen lijken wel wat op verkoudheid: Je voelt je lamlendig en je hebt koorts, maar ook niet altijd. Deze klachten zijn vrij algemeen en kunnen inderdaad op een gewone griep duiden. Het grote verschil tussen griepsymptomen en verkoudheid is de koorts. Soms is deze hoog, maar bij velen matig, onder andere afhankelijk van de reactie van het immuunsysteem.
De meesten voelen zich bij griep ook veel zieker dan bij verkoudheid en hebben ook een slechte eetlust, klagen over vermoeidheid, slapeloosheid, hoofdpijn, pijnlijke ledematen en spierpijn. De bovenste en onderste luchtwegen kunnen bij griep zijn aangedaan en veroorzaken dan net als bij verkoudheid snotteren, niezen, keelpijn, hoesten en soms wat kortademigheid.


Bron: RIVM


Hoe bepaalt de dokter of je griep hebt?
In het algemeen baseert de arts de diagnose op een combinatie van symptomen, zoals hoge koorts, keelpijn, kriebelhoest, spierpijn en malaise. Het kan echter lastig zijn om griep te onderscheiden van bijvoorbeeld andere luchtweginfecties. Tijdens een griepepidemie, blijkt ongeveer de helft tot driekwart van de mensen met symptomen van griep daadwerkelijk geïnfecteerd te zijn met het griepvirus, ook influenzavirus genoemd.

Op basis van alleen de klachten  kan ook een huisarts niet met zekerheid de diagnose ‘influenza’ of griep stellen, dan alleen ‘een vermoedelijke diagnose van influenza’. De officiële naam daarvoor is Influenza-achtige Ziektebeeld (IAZ) en dit sluit een aantal andere aandoeningen uit, zoals bijvoorbeeld verkoudheid en bronchitis. 
Bij IAZ weet de huisarts dus niet zeker of het influenzavirus de klachten of symptomen bij de zieke veroorzaakt. 

Om vast te stellen of iemand inderdaad de griep heeft, zijn er een drietal testen:
  • De influenza-sneltest (Point of Care-test) met een klein apparaat waarvoor geen onderzoek in het laboratorium nodig is. Met beide testen kan ter plekke binnen 10 minuten worden vastgesteld of het monster een bepaald eiwit van het influenzavirus bevat en of iemand geïnfecteerd is. Deze testen zijn redelijk betrouwbaar. Vooral Eerste Hulpafdeling gebruiken deze test, maar ook huisartsen kunnen deze test soms uitvoeren.
  • Polymerasekettingreactie (PCR polymerase chain reaction ) virustest. Deze test wordt uitgevoerd in een laboratorium. Met deze test kan de laborant erfelijk materiaal van het influenzavirus aantonen dat in het slijm van de patiënt zit. Deze techniek kost meer tijd en is kostbaarder. De test is betrouwbaar en kan makkelijk gecombineerd worden met testen op andere verwekkers van luchtweginfectie. De PCR-test wordt gebruikt in het ziekenhuis bij patiënten die meer risico hebben op complicaties. De test helpt om te bepalen of deze patiënten antibiotica, virusremmers of misschien wel beide nodig hebben.
  • De Point of Care PCR-test. Deze kan ook op Eerste hulp afdelingen ter plekke ingezet worden en geeft binnen 1 uur duidelijkheid of de klachten worden veroorzaakt door influenzavirus. De voordelen van de test zijn hetzelfde als voor van de PCR-virustest die in het laboratorium wordt gedaan. Het verschil is dat de meeste apparaten maar één of slechts enkele patiënten in 1 uur testen terwijl in het laboratorium voor 10-tallen patiënten tegelijkertijd een griepinfectie vastgesteld kan worden.
Wat kun je zelf bij verkoudheid en griep doen? Kijk in deze blog.

Uitkijken geblazen
Een lamlendig gevoel en koortsigheid zijn echter vrij algemene symptomen en kunnen bijgevolg ook op heel iets anders duiden dan de griep. Krijg je bij deze klachten ook nog een bemoeilijkte ademhaling en is er sprake van verwardheid of duizeligheid, ontstaat er een lage bloeddruk en/of een heel ziek gevoel, nog veel zieker dan bij een 'gewone' griep, dan is er misschien meer aan de hand. Bovengenoemde symptomen zijn bijvoorbeeld de zogenaamde SOS-signalen van sepsis, een levensgevaarlijke situatie. Sepsis komt relatief gezien niet zo heel vaak voor, maar 15.000 mensen per jaar is toch ook weer niet niks.

Wie lopen er risico op sepsis?
Hoewel er dikwijls als gevolg van een onlangs of huidig  doorgemaakte infectieziekte wel een duidelijke indicatie is, blijft de oorzaak toch geregeld volkomen onbekend. Dat weet lang niet iedereen en dat zorgt er dan weer voor het nogal eens te laat wordt herkend.
Sepsis kan iedereen treffen, van jong tot oud, niemand uitgezonderd, maar bij ouderen komt het wel vaker voor dan bij jongeren. 


Symptomen van sepsis:
  • koorts
  • een grieperig gevoel
  • pijn of spierpijn in/door het hele lichaam 
  • een snelle hartslag
  • suf,  of slaperig zijn  
  • ​verward zijn, dit heet ook wel een delier
  • een grauwe, bleke of vlekkerige huid 
  • moeilijk en of snel ademhalen
  • minder plassen
Sepsis is levensgevaarlijk en wordt altijd door specialisten meestal op de Intensive Care behandeld, dat is dus niet iets om zelf mee te gaan dokteren!

Wat kun je zelf doen? 
Het is naast de reguliere behandeling verstandig om (veel) extra vitamine C te gaan gebruiken om het immuunsysteem zo efficiënt mogelijk te laten functioneren. Het immuunsysteem heeft een veelheid aan vitamine C nodig ten opzichte van de lichaamsweefsels. Het beste zou zijn om dit per infuus toe te dienen (24 gram per 24 uur), maar daar zullen maar weinig internisten aan mee willen werken. Liposomale vitamine c is als tweede remedie te gebruiken, circa 10 tot 20 gram dagelijks. Als goede derde mogelijkheid kan vitamine C poeder natuurlijk ook, elke 10 minuten circa 100 milligram. Kijk in deze blog hoe je dat kunt doen en hoe je de vitamine C kunt gebruiken.

Ergo:
Het is dus verstandig om bij twijfel altijd even een huisarts te consulteren en je klachten duidelijk te omschrijven, want:

De diagnose griep is pas griep, wanneer dit bij iemand is vastgesteld.

Wat is nou eigenlijk 'de griep'?
Griep wordt veroorzaakt door een specifiek influenzavirus. Een griepvirus heeft een incubatieperiode van slechts 1 tot 5 dagen (meestal 3 of 4 dagen), de eerste dag is de dag nog voordat de griepsymptomen zich gaan voordoen (zie verderop). Een incubatieperiode is het tijdsverloop van besmetting tot het optreden van de bijbehorende symptomen.

In tegenstelling tot een verkoudheidsvirus muteert een influenzavirus geregeld. Dat is van nature al zo, maar het past zich ook aan veranderende omstandigheden aan. Zodra mensen besmet raken en remedies gaan gebruiken om zich tegen dit virus te verweren, is dit een extra stimulans voor het virus tot aanpassing en om zich te gaan veranderen door mutatie. Hierdoor is het vrijwel onmogelijk om algehele resistentie tegen ‘het’ griepvirus te kunnen opbouwen.

Het griepvirus kent sowieso al verschillende varianten. Influenza of griep wordt veroorzaakt door een influenzavirus met een specifiek virusstam, de  type A-, B-, C, of D-influenzavirussen. De influenza-stammen kennen veel variaties, maar worden van elkaar onderscheiden door de eiwitrepresentatie aan de buitenzijde van de cel (de enveloppe of mantel), dit zijn de type H en de type N. De 'H' is de afkorting van hemagglutinine-eiwitten en de 'N' staat voor neuraminidase-eiwitten. De aanduiding H1N1 hangt dus samen met de structuur van de eiwitmantel van het virus.

Ons immuunsysteem richt zich bijgevolg op de samenstelling van deze twee (H+N), voor elk type influenzavirus unieke eiwitten en als die eenmaal een keertje door het immuunsysteem werd ontdekt en er werd een specifiek immunoglobuline voor aangemaakt, worden ze niet zo gemakkelijk meer door het immuunsysteem vergeten.

Verschil tussen A en B virusstammen
De type A- en B-influenzavirussen behoren tot de RNA-virusfamilie Orthomyxoviridae. De A staat voor aviair en deze influenzavirussen worden als de bron beschouwd van de type A-influenzavirussen die bij bepaalde zoogdieren (mens, paard, varken) voorkomen. Na verdere mutatie komt deze A-influenza ook als weer een ander subtype voor in de vogelwereld en is er een nieuwe vogelgriepvirus ontstaan.

  • Het type A-influenzavirussen kan zich tussen dieren verspreiden door direct contact, door de lucht of via besmet materiaal zoals mest. In zeldzame gevallen kunnen varkens- en vogel-influenzavirussen overgaan van dier naar mens. Dit gebeurt alleen als er sprake is van direct en intensief contact tussen besmette dieren en mensen.
  • Type B-influenzavirussen komen, uitzonderingen daargelaten, alleen bij de mens voor.
  • Type C komt bij varkens en de mens voor, besmetting is zeldzaam, maar ernstig. Besmetting leidt dikwijls tot epidemieën. Aangezien dit virus voor zover bekend lang niet zo gemakkelijk muteert, wordt dit virus ook niet als erg bedreigend beschouwd.
  • Type D komt vooral onder vogels voor en kan dieren en de mens besmetten. Het muteert net als influenza C minder snel en veelvuldig als de types A en B en komt over de hele aarde voor. Type D heeft een relatief korte incubatieperiode van slechts 18-72 uur, waarbij vooral de epitheelcellen van de luchtwegen worden geïnfecteerd.
Risicogroepen voor griep
Vooral mensen boven de 60 jaar, zuigelingen, zwangeren, mensen met een verzwakt immuunsysteem zoals diabetici, mensen met long-, hart- en vaataandoeningen, maar ook bijvoorbeeld zij die immunosuppressieve medicatie, of chemotherapie gebruiken dienen altijd op hun hoede te zijn.

Besmetting:
Het virus wordt via virus-bevattende druppeltjes en aerosolen door hoesten en niezen in de omgevende lucht verspreid en door iemand anders ingeademd. Hoe hoger de temperatuur en luchtvochtigheid, des de minder kans op besmetting via de lucht (verdamping van de waterdruppels). Het griepvirus in aerosolen overleeft circa  9-15 uur bij een luchtvochtigheid van 15% en een temperatuur van 21°C.
Onder invloed van ultraviolet licht worden de virusdeeltjes snel gedood.

Direct contact kan ook besmetten en is niet temperatuur afhankelijk, zoals door kussen (mondslijm) en besmette handen (of voorwerpen (deurknoppen, telefoonhoorns, toetsenborden), denk aan handjes geven en vervolgens met ongewassen handen eten en zoals wrijven in de ogen. Bij kinderen is een besmettingsbron het neus- en mondslijm op bijvoorbeeld speelgoed, drinkgerei e.d. dat met andere kinderen gedeeld wordt.

Influenzavirussen kunnen onder ideale omstandigheden zo’n 24-48 uur infectieus blijven, zoals op gladde, niet-poreuze oppervlakken. Op poreuze oppervlakken is dit tot 12 uur, zoals papieren zakdoekjes. Gewoonlijk zal de indirecte besmetting geen erg grote rol kunnen spelen, omdat influenzavirussen op de handen al binnen enkele minuten niet meer infectieus zijn. Echter, door steeds terugkerende besmetting via besmette oppervlakken in druk gebruikte ruimten (scholen, kantines, tehuizen, enz.) is de indirecte overdracht door handcontact weldegelijk een belangrijke risicofactor voor infectie. In die omstandigheden is handhygiëne een belangrijk middel tot preventie van besmetting (eten, in de ogen wrijven, e.d.).

Besmettelijke periode
De besmettelijkheid is afhankelijk van het virustype en subtype, maar ook van de leeftijd van de besmette persoon.

De besmettelijke periode komt overeen met de tijdsduur dat het virus zich in de gastheer kan (blijven) vermenigvuldigen. Besmetting vindt plaats vanaf de dag nog vóórdat de eerste symptomen optreden (ongemerkt dus) tot circa een week na het begin van de symptomen. Gewoonlijk zal het immuunsysteem alle virussen na een week hebben opgeruimd. Dus iemand is ruim een week besmettelijk en al voordat hij dit zelf weet.

is er binnen 3 dagen, na begin van de symptomen een piek in de besmettelijkheid, dit is afhankelijk van het type en subtype influenzavirus. Daarna neemt de besmettelijkheid, maar is er nog wel.

Er zijn uitzonderingen:
Jonge kinderen kunnen virus tot enkele dagen vóór het begin van de griepsymptomen tot meer dan 10 dagen na begin van symptomen uitscheiden. Er is dan sprake van circa twee weken besmettelijkheid.
Immuun-gecompromitteerde personen kunnen zelfs weken tot maanden het influenzavirus verspreiden.

Bij jonge kinderen en immuno-incompetente mensen kan dit dus (veel) langer duren.

Het lichaam lost het probleem op
De griepinfectie wordt direct bestreden door het aspecifieke afweermechanismen, later ondersteund door de specifieke (cellulaire en humorale) afweer. 
Pasgeborenen zijn door maternale (voor en tijdens de geboorte door de moeder doorgegeven) antistoffen (zit ook in de moedermelk) beschermd in de periode dat het adaptieve of aspecifiek immuunsysteem nog niet is ontwikkeld.

Immuunsysteem reageert
Ons aspecifiek immuunsysteem leert een virus kennen (immunoglobulinen) en veroorzaakt vervolgens een immuunreactie en gaat tot actie over, gebruikmakend van het specifieke en het aspecifieke, adaptogeen immuunsysteem. Het immuunsysteem gaat actief aan de gang om het gevonden virus op te sporen en te elimineren, maar alleen dat ene specifieke influenzavirus.

Mutaties
Zodra er een mutatie heeft plaatsgevonden, zal het immunoglobuline zich wel het eerdere influenzavirus kunnen herinneren en daar onmiddellijk op acteren, maar een gemuteerde vorm kan niet door dezelfde immunoglobuline worden herkend. Dus direct na ontdekking van de gemuteerde vorm wordt er een compleet nieuw immunoglobuline gevormd die deze gemuteerde influenza wel zal kunnen herkennen (dit duurt enkele dagen tot circa een week). Pas daarna kan het afweersysteem hierop anticiperen door onze afweercellen als de NK-cellen en T-cellen te mobiliseren, die daarna gewoonlijk voortvarend te werk zullen gaan. Ze sporen de influenzavirussen op en doden ze allemaal, dit duurt gemiddeld een week tot twee weken.

Vitamine C
In deze periode is extra vitamine C noodzakelijk, want het immuunsysteem gebruikt behoorlijk grote hoeveelheden vitamine C. Komt er niet extra via de voeding binnen, dan zal het immuunsysteem de vitamine C uit de weefsels onttrekken, waardoor er verzwakking van het bindweefsel zal ontstaan (scheurbuikachtige symptomen kunnen dan ontstaan, vaak voor het blote oog onzichtbaar, zoals schade aan de aderwanden, retina in het oog, maar ook op neurologisch gebied, maar ook zichtbaar, zoals bijvoorbeeld bloedend tandvlees.) Zie deze blog.

Immuniteit
Het doormaken van een virale aandoening als de griep geeft over het algemeen een vrij langdurige bescherming (circa 5 jaar), immuniteit genoemd. Deze gevormde immuniteit kan herbesmetting met hetzelfde virus voorkomen, maar nieuwe virusvarianten door mutaties ontstaan, zullen deze immuniteit kunnen omzeilen, omdat ze niet door het immuunsysteem worden herkend. Het is echter wel zo dat de dan al bestaande, gedeeltelijke kruis-immuniteit de griepsymptomen bij de nieuwe besmetting aanzienlijk vermindert.

Dit betekent dat wanneer je in het verleden  bijvoorbeeld de Mexicaanse griep hebt doorgemaakt, je lichaamssysteem de antistoffen heeft aangemaakt tegen die specifieke eiwitten H en N van de type A. Dat is mooi, want daar kan je nu nog steeds van profiteren, omdat de herkenning hierdoor sneller verloopt. Zo kan een griep van jaren geleden nog vrij lang enige bescherming blijven bieden en het ziektebeeld aanzienlijk milder zal laten verlopen.

Bij verkoudheidsvirussen werkt dit niet zo, er ontstaat hiertegen geen immuniteit, vandaar dat er ook geen vaccins bestaan tegen verkoudheidsvirussen.

Kun je twee keer in hetzelfde seizoen de griep krijgen?
In theorie zou dat kunnen, maar dat komt niet zo heel dikwijls voor, zeker niet door hetzelfde griepvirus. De immuniteit tegen een bepaald virustype houdt vrij lang aan. Na zo’n doorgemaakte infectie doet het lichaam zijn uiterste best om nieuwe virussen te weren. De cellen in de luchtwegen hebben sensoren die alarm slaan bij binnendringers, waarna interferonen worden aangemaakt.

Interferonen zijn eiwitten die een immuunreactie kunnen bespoedigen. (zie een blog hierover). De luchtwegen van een pas herstelde grieppatiënt zitten vol met interferonen, wat de kans op een tweede griep, ook al is dit van een ander type, kleiner maakt.
Wat echter wél voorkomt, is dat patiënten die nog niet goed zijn hersteld een bacteriële infectie oplopen. De slijm-producerende epitheelcellen die de neus- en de keelwand bedekken, zijn door het griepvirus beschadigd geraakt, waardoor de beschermende slijmlaag en trilhaarepitheel onvoldoende van kwaliteit zijn. Hierdoor kunnen zich daar gemakkelijk bacteriën gaan nestelen en een infectie veroorzaken. Uiteraard gaat zo'n infectie met iets andere klachten gepaard, maar toch lijkt het voor de leek al snel alsof de griep opnieuw heeft toegeslagen.